Voortgang maatregel

O

Op de zandgronden zetten we in op water langer vasthouden en voeren we minder snel af.  De beekdalen zijn hierin cruciaal. We streven naar een robuust grondwatersysteem. Het vasthouden van water doen we op de hoger gelegen zandgronden waarin het water kan infiltreren, om kwel in lage delen te herstellen. Binnen de lopende gebiedsprocessen nemen we maatregelen om water vast te houden (zoals verondiepen van sloten, opzetten van peilen en vertragen van de afvoer).
Buiten deze gebiedsprocessen stimuleren we waterconserveringsmaatregelen door hiervoor subsidiepakketten beschikbaar te stellen. In de praktijk is het lastig om waterconservering te realiseren. Op de zandgronden in het zuidoosten is er sprake van behoorlijke verschillen in maaiveldhoogte soms op korte afstand. Peilverhoging betekent voor de laagste percelen vaak een toename van natschade. De laagste percelen zijn nu bepalend voor het waterpeil.