Rentelasten
Excel-tabel
| Bedragen x € 1.000 | |||
|---|---|---|---|
| Rentelasten | Begroting 2026 | Begroting 2025 | Begroting 2024 |
| Rente leningen lang | 11.155 | 11.208 | 11.376 |
| Rente leningen kort | 461 | 854 | 450 |
| Totaal | 11.616 | 12.062 | 11.826 |
Treasury
Wetterskip Fryslân heeft een groot deel van haar bezit gefinancierd met vreemd vermogen. Financiering is aangetrokken door middel van leningen bij banken en één lening bij de provincie Limburg. Op basis van de begroting heeft Wetterskip Fryslân te maken met een structurele financieringsbehoefte. Dit wordt veroorzaakt door voorgenomen investeringsplannen en aflossingsverplichtingen op de lopende leningen. Bij treasury draait het om het aantrekken van voldoende middelen om aan alle verplichtingen te voldoen. Hierbij moet worden voorkomen dat er overschotten ontstaan. Verder moet dit tegen zo laag mogelijke kosten (rente) gebeuren en moeten de risico’s binnen de afgesproken normen (onder andere Wet FIDO en treasurystatuut) blijven.
De treasurycommissie komt minimaal vier keer per jaar samen. Besluiten die passen binnen het treasurystatuut en het treasuryjaarplan worden vastgelegd door middel van schriftelijke transactievoorstellen. Hiermee is ‘het beheer van middelen’ voldoende ingericht. Volgens het treasurystatuut van Wetterskip Fryslân wordt jaarlijks, als onderdeel van de begrotingscyclus, een treasuryjaarplan opgesteld. Dit jaarplan plaatst het treasurybeleid in een meerjarig perspectief en beschrijft de treasurydoelstellingen voor het begrotingsjaar.
Rentelasten
| Bedragen x € 1.000 | |||
|---|---|---|---|
| Rentelasten | Begroting 2026 | Begroting 2025 | Begroting 2024 |
| Rente leningen lang | 11.155 | 11.208 | 11.376 |
| Rente leningen kort | 461 | 854 | 450 |
| Totaal | 11.616 | 12.062 | 11.826 |
Renterisiconorm
| (bedragen x € 1.000) | ||||||
| Renterisiconorm | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
| 1. Begrotingstotaal | 231.200 | 241.600 | 255.237 | 260.785 | 268.706 | 280.884 |
| 2. Vastgesteld percentage | 30% | 30% | 30% | 30% | 30% | 30% |
| 3. Renterisiconorm (30% van begrotingstotaal) | 69.360 | 72.480 | 76.571 | 78.235 | 80.612 | 84.265 |
| 4. Renterisico op de vaste schuld | 9.970 | 9.970 | 9.970 | 24.970 | 9.970 | 9970 |
| Ruimte (3 -/- 4) | 59.390 | 62.510 | 66.601 | 53.265 | 70.642 | 74.295 |
Financieringsbehoefte
| bedragen x € 1.000 | |||
| Voorzien in financieringsbehoefte | |||
| Kasstroomoverzicht | |||
| Totaal opbrengsten | 237.766 | ||
| Storting reeds afgesloten leningen | 15.000 | ||
| Cash in flow | 252.766 | ||
| Totaal kosten | -241.600 | ||
| Afschrijvingen | 42.155 | ||
| Cash flow investeringen | -60.000 | ||
| Aflossingen bestaande leningen | -9.970 | ||
| Cash out flow | -269.415 | ||
| Raming liquiditeitspositie | |||
| Liquiditeit 1-1-2026 | -17.554 | ||
| Cash in flow | 252.766 | ||
| Cash out flow | -269.415 | ||
| Liquiditeiten 31-12-2026 | -34.202 | ||
| De financiering vindt als volgt plaats: | |||
| Rekening courant (kasgeld-limiet) | 55.856 | ||
| Nieuwe langlopende leningen (> 1 jaar) | - | ||
| Totale financiering | 55.856 |
Kasgeldlimiet
| Kortlopende vordering/schuld kasgeldlimiet | |||
|---|---|---|---|
| bedragen x € 1.000 | |||
| Ultimo kwartaal | Gemiddelde kortlopende schuld (A) | Kasgeld limiet (B) | Ruimte onder kasgeldlimiet (B-A) |
| I | -26.921 | 55.568 | 28.647 |
| II | -45.371 | 55.568 | 10.197 |
| III | -29.398 | 55.568 | 26.170 |
| IV | -21.146 | 55.568 | 34.422 |
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de algemene reserves en ziet er als volgt uit:
bedragen x € 1.000
| 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
| Algemene reserve | 20.518 | 20.828 | 18.147 | 17.710 | 17.710 |
17.710 |
Risico's
De risicoparagraaf geeft een overzicht van de risico’s. Dit zijn risico's die van belang kunnen zijn voor de financiële positie van Wetterskip Fryslân. Bij het in kaart brengen van deze risico’s maken we een onderscheid in verschillende categorieën:
Risicovolle ontwikkelingen:
Bestuurlijk relevante ontwikkelingen die aanzienlijke risico’s inhouden voor de taakuitvoering van het waterschap op termijn maar waarvan de aard en omvang van het financiële effect nog onzeker zijn. Vaak gaat het om de lange termijn.
Strategische risico’s:
Risico’s die van invloed zijn op het behalen van strategische doelen. Hieraan valt merendeels (nog) geen bedrag te koppelen. Vaak spelen deze risico’s op de middellange termijn.
Operationele risico’s:
Risico’s die in het komende begrotingsjaar kunnen optreden met een aanzienlijk financieel effect (meer dan € 100.000). Deze risico’s worden zo goed als mogelijk gekwantificeerd meegenomen bij het bepalen van de minimale weerstandscapaciteit.
Ontwikkelingen - risico's en kansen
De voornaamste ontwikkelingen die van belang zijn, zijn hieronder weergegeven. Ten opzichte van vorig jaar is één extra ontwikkeling van belang; Oorlogsdreiging.
Oorlogsdreiging
Op het gebied van internationale veiligheid is er de afgelopen jaren veel veranderd. Er is sprake van een reële oorlogsdreiging en het is niet langer ondenkbaar dat ons land direct betrokken raakt bij een grootschalig gewapend conflict. In de kabinetsbrief van december 2024 roept het Rijk, ondersteund door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de Commandant der Strijdkrachten (CDS), decentrale overheden nadrukkelijk op zich voor te bereiden op langdurige en ontwrichtende crisissituaties. Hoge prioriteit hierbij is het beschermen van vitale en andere belangrijke processen in de maatschappij. De Ministers van Justitie en Veiligheid en Defensie hebben er bij de tweede kamer op aangedrongen om de weerbaarheid van o.a. de vitale sectoren, waaronder de waterschappen, te vergroten. In dit kader heeft het Rijk een nationale weerbaarheidsopgave geformuleerd. Deze opgave kent twee sporen: maatschappelijke weerbaarheid en militaire paraatheid, en is uitgewerkt in zes inhoudelijke pijlers. Van decentrale overheden, zoals Wetterskip Fryslân, wordt een actieve en zichtbare bijdrage verwacht aan de invulling van deze weerbaarheidsopgave.
Draagvlak verlies van de omgeving voor wateropgaven
De relatie tussen het waterschap en de samenleving is heel belangrijk voor goed waterbeheer en beleid. We zetten in op participatie en betrokkenheid van burgers, bedrijven en andere belanghebbenden. Dit doen we via inspraakprocedures en adviesorganen, met als doel meer draagvlak en vertrouwen te creëren. In een gepolariseerde maatschappij is het behoud van draagvlak cruciaal, omdat gebrek hieraan kan leiden tot weerstand en verminderde effectiviteit van projecten. Transparante communicatie en het zoeken naar overeenstemming zijn daarom belangrijk om een constructieve relatie met stakeholders te behouden.
Daarnaast vraagt de complexiteit van hedendaagse maatschappelijke uitdagingen om een gezamenlijke aanpak van waterbeheer, waarbij overheden samenwerken als één geheel. Ook publiek-private samenwerkingen worden steeds belangrijker om oplossingen te vinden voor bijvoorbeeld de groeiende vraag naar expertise die kan worden ingezet om klimaatverandering en de mogelijke gevolgen daarvan het hoofd te bieden.
Verjuridisering van de maatschappij
We merken dat in toenemende mate sprake is van wetgeving, ook binnen ons werkgebied. Daarnaast zien we in onze omgeving dat stakeholders steeds meer gebruik maken van de mogelijkheden die de wet biedt, om zicht te krijgen in stukken. Dit zien we in de toename van het aantal de aard van WOO-verzoeken. We sluiten niet uit, dat we in toekomst meer inzet moeten gaan plegen om te kunnen blijven voldoen aan de wettelijke plichten die voor ons gelden.
Toxicologische verontreiniging
Een andere ontwikkeling is de toename van toxicologische verontreinigingen in het oppervlaktewater, zoals PFAS en medicijnresten. Door verbeterde meetmethoden wordt de aanwezigheid van schadelijke stoffen steeds zichtbaarder. Deze stoffen hebben impact op zowel de natuur, biodiversiteit als de volksgezondheid. Onze uitdaging ligt in het ontwikkelen van regelgeving en innovatieve zuiveringstechnieken om de waterkwaliteit te verbeteren. Hierbij is samenwerking met diverse sectoren nodig om tot duurzame oplossingen te komen.
Jelsumer Feart
In maart 2024 is een hoge concentratie PFAS aangetroffen in het oppervlaktewater van de Jelsumer Feart, een circa twee kilometer lange watergang tussen Vliegbasis Leeuwarden en de Dokkumer Ie. Naar aanleiding hiervan is een ambtelijke werkgroep opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers van Wetterskip Fryslân, Gemeente Leeuwarden en Defensie. Deze werkgroep streeft naar een gezamenlijke, minnelijke oplossing voor de gemaakte kosten en de noodzakelijke sanering, om juridische procedures tussen overheden te voorkomen. Het doel is een eenduidige aanpak en heldere communicatie naar buiten, waarbij ieder bevoegd gezag zijn wettelijke taken en verantwoordelijkheden naleeft.
Het risico bestaat echter dat Defensie de financiële claim niet (volledig) honoreert, waardoor de betrokken overheden – en mogelijk daarmee ook Wetterskip Fryslân – (een deel van) de gemaakte kosten zelf moeten dragen.
Gevolgen (nieuwe) Europese regelgeving
Europese regelgeving speelt een grote rol in het werk van waterschappen. Richtlijnen zoals de Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn Stedelijk Afvalwaterbeheer leggen strenge eisen op voor waterkwaliteit. Niet voldoen aan deze richtlijnen kan leiden tot boetes en het verlies van financiering. De verwachting is dat de Europese regelgeving verder zal toenemen en strikter wordt, wat een grotere uitdaging betekent voor het uitvoeren van onze waterschapstaken.
Klimaatverandering
De ontwikkelingen op het gebied van klimaatverandering zijn duidelijk. Hogere temperaturen, stijgende zeespiegel en extreem weer, maken het nodig om voortdurend te investeren in waterkeringen en aanpassingen van watersystemen. Deze ontwikkelingen hebben ook invloed op ecologie en biodiversiteit, waardoor extra maatregelen nodig zijn om de veerkracht van de watersystemen te vergroten.
Toenemende schaarste grondstoffen
In de komende jaren krijgen we te maken met toenemende schaarste aan grondstoffen. Dit heeft gevolgen voor de aanleg en het onderhoud van infrastructuur. De vraag naar materialen neemt toe, terwijl in toenemende mate sprake is van beperkte beschikbaarheid door uitputting van bronnen en geopolitieke spanningen. Dit kan leiden tot hogere prijzen en moeilijkere toegang tot essentiële bouwmaterialen. Voor investeringsprojecten betekent dit dat planning, uitvoering en kosten complexer kunnen worden.
Onvoorspelbaarheid landelijke politiek
De onrust in de landelijke politiek zorgt voor onduidelijkheid in de continuïteit van afspraken. Dit geeft onzekerheid en risico op lange termijn vraagstukken. Op verschillende dossiers, waaronder de aanpak kreeft en restopgave agrarische emissies, zien we dat het rijk taken probeert te verleggen richting waterschappen, zonder daar ook het budget voor te regelen. Deze afwenteling geeft financiële onzekerheid.
Strategische risico's
In 2025 zijn de strategische risico’s vastgesteld. Voor 2026 betekent dit dat de strategische risico’s volledig zijn opgenomen in het risicomanagement proces. De volgende strategische risico’s zijn vastgesteld (willekeurige volgorde):
Cyberdreiging
Er is sprake van toenemende digitale dreiging. Ransomware, supply chain-aanvallen en phishing zijn erop gericht systemen uit te schakelen of te ‘gijzelen’, waardoor het functioneren en het bestaansrecht van de organisatie in gevaar komt. Om die reden is cyberweerbaarheid een strategische randvoorwaarde voor continuïteit, veiligheid en vertrouwen.
Uitval energievoorziening
De maatschappij is steeds grotere mate afhankelijk van nutsvoorzieningen. Dit zorgt ook bij onze organisatie voor kwetsbaarheid; als stroom of gas zou uitvallen, zullen onze processen direct of indirect worden geraakt. Door overbelasting van het stroomnet is de kans op omvangrijke en ook langdurige stroomuitval reëel te noemen, met niet alleen gevolgen voor de operationele efficiëntie, maar ook voor de betrouwbaarheid en het imago van de organisatie. En als door stroomstoring gemalen zouden uitvallen, dan kan dit ook maatschappelijke impact hebben. Het is aan de organisatie om zoveel mogelijk te borgen dat negatieve gevolgen van stroomuitval beperkt blijven.
Klimaatadaptatie ontoereikend (waterkwantiteit)
Gevolgen van klimaatveranderingen zijn al merkbaar en zullen in toenemende mate leiden tot extreme weersomstandigheden, zeespiegelstijging en droogte. Als wij de aanpassingscapaciteit van het tempo van de klimaatverandering niet voldoende kunnen bijbenen, zal dit leiden tot steeds meer druk op het watersysteem en concrete problemen in de vorm van wateroverlast, verdroging, verzilting en schade aan natuur, landbouw en infrastructuur. Ook de beschikbaarheid van zoetwater speelt hierin een grote rol. Dit vraagt om versnelling van investeringen en innovaties.
Onvoorspelbaarheid landelijke politiek
De onrust in de landelijke politiek zorgt voor onduidelijkheid in de continuïteit van afspraken. Dit geeft onzekerheid en risico op lange termijn vraagstukken.
Waterkwaliteit onvoldoende
Ondanks inspanningen blijft het een uitdaging om de waterkwaliteit, waaronder de KRW-doelen, te behalen. Zeker als er sprake is van externe invloeden als lozingen, medicijnresten en microplastics, waar we geen of beperkte invloed op hebben. Toch is het onze taak alles in het werk te stellen en de vereiste technieken aan te wenden om te zorgen voor schoon oppervlaktewater dat voldoet aan de gestelde richtlijnen. Ook het aanvechten van lozingsvergunningen brengt dit risico met zich mee. Het niet halen van doelen kan leiden tot Europese sancties, reputatieschade en hogere investeringsdruk.
Personeelskrapte
Vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt bedreigen de continuïteit en kwaliteit van de uitvoering. Het vertrek van ervaren medewerkers veroorzaakt kennisverlies, terwijl de transitie naar een digitaal en klimaatadaptief waterschap juist nieuwe competenties vraagt.
Operationele risico's met mogelijk effect van meer dan € 100.000
Hieronder vindt u een overzicht van de operationele risico’s die een mogelijk effect hebben van meer dan € 100.000. Het gaat hierbij om het restrisico dat overblijft na implementatie van beheersmaatregelen.
| Begroting* | Risico | Kans** | Mogelijk financieel effect in € | Risicobedrag in € *** |
| WS | Maatschappelijke schade door nalatig handelen in waterbeheer | L | 10.000.000 | 2.000.000 |
| WS/WK | Afwijkingen t.o.v. aannames gehanteerd voor salariskosten als gevolg van CAO-ontwikkelingen | L | 2.000.000 | 400.000 |
| WK | Wetterskip Fryslân moet claims betalen vanwege toerekening opbrengsten door effluentheffing | H | 800.000 | 720.000 |
| WK | Afvoer afvalwater bij uitval zuivering | L | 2.500.000 | 500.000 |
| WK | Uitval slibontwateringsinstallatie | M | 2.500.000 | 1.250.000 |
| WS/WK | Digitale veiligheid: als gevolg van bijvoorbeeld een ransomeware aanval, hacking telemetrie kan het gebeuren dat onze processen uitvallen en/of data gestolen wordt | M | 2.500.000 | 1.250.000 |
| WS/WK | Hogere werkelijke inflatie (Goederen en diensten) dan geraamd in begroting | M | 1.000.000 | 500.000 |
| WK | Processen kunnen geen doorgang vinden als gevolg van verouderde procesautomatisering | M | 1.000.000 | 500.000 |
| WS/WK | Prijsstijging contracten | M | 1.000.000 | 500.000 |
| WS/WK | Stijging energiekosten | M | 1.000.000 | 500.000 |
| Totaal | 8.120.000 |
*) Begroting
Wetterskip Fryslân kent een afzonderlijke begroting voor de taken: Watersystemen en Waterketen. Aangegeven wordt voor welke begroting het risico speelt. Indien het voor beide begrotingen speelt wordt het risico verdeeld conform de verhouding in omvang van de begroting: 2/3 Watersystemen (WS) en 1/3 Waterketen (WK). Deze berekening gebruiken we om de benodigde weerstandsvermogen per taak uit te rekenen.
**) Betekenis Kans
H: hoog: het risico heeft een grote kans van voordoen en wordt voor 90% meegenomen (vermenigvuldigingsfactor 0,9). Bij een hoge kans is de inschatting meer dan 70% dat het risico zicht het komende begrotingsjaar voordoet.
M: midden: het risico heeft een middelgrote kans van voordoen en wordt voor 50% meegenomen (vermenigvuldigingsfactor 0,5). Bij een midden kans is de inschatting tussen de 30% en 70% dat het risico zich het komende begrotingsjaar voordoet
L: laag: het risico heeft een kleine kans van voordoen en wordt voor 20% meegenomen (vermenigvuldigingsfactor 0,2). Bij een lage kans is de inschatting minder dan 30% dat het risico zich het komende begrotingsjaar voordoet
***) Risicobedrag
Het risicobedrag ontstaat door het effect te vermenigvuldigen met de kans corresponderende vermenigvuldigingsfactor. Op basis van een inschatting op kans en impact bedragen de mogelijke effecten van de operationele risico’s € 8.120.000
Dit bedrag wordt gecorrigeerd voor samenloopfactor van 0,9. Hiermee bedraagt de minimale weerstandscapaciteit voor Wetterskip Fryslân € 7.308.000
Opgesplitst naar taak is dit:
| Taak | Bedrag |
| Watersysteembeheer | 3.690.000 |
| Zuiveringsbeheer | 3.618.000 |
Beleid omtrent weerstandscapaciteit en risico's
Het ‘weerstandsvermogen’ is het vermogen van het waterschap om (financiële) tegenvallers op te vangen zonder dat de continuïteit van het waterschap in gevaar komt. Het weerstandsvermogen wordt weergegeven als ratio. De weerstandsratio wordt bepaald als verhoudingsgetal tussen enerzijds weerstandscapaciteit en anderzijds de financiële risico’s. De weerstandscapaciteit is de omvang van de financiële middelen die vrijgemaakt kunnen worden om onverwachte financiële tegenvallers op te vangen. De weerstandscapaciteit wordt gevormd door de algemene reserves.
De (financiële) risico’s (na het nemen van beheersmaatregelen) brengen we jaarlijks in kaart. Bij de bepaling van de weerstandsratio houden we rekening met het feit dat risico’s nooit allemaal met een maximale omvang voorkomen. Daarom bepalen we de kans dat ze zich voordoen. Alleen bedragen boven de € 100.000 nemen we mee in de bepaling van de weerstandsratio. Daarbij houden we ook rekening met het feit dat de risico’s niet allemaal in hetzelfde jaar tot incidenten leiden: het samenlooppercentage. Dit samenlooppercentage is, zoals gebruikelijk binnen de overheid, vastgesteld op 90%.
In formule ziet dit er als volgt uit: weerstandsratio = weerstandscapaciteit / (0,9 x risico's). We streven naar een weerstandsratio die als voldoende wordt beschouwd. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de onderstaande tabel. In dit model wordt een oordeel gekoppeld aan het verhoudingsgetal weerstandsratio.
| Waardering weerstandsratio | ||
| Waarderingscijfer | Weerstandsratio | Betekenis |
| A | 2,0 | Uitstekend |
| B | 1,4 - 2,0 | Ruim voldoende |
| C | 1,0 - 1.4 | Voldoende |
| D | 0,8 - 1,0 | Matig |
| E | 0,6 - 0,8 | Onvoldoende |
| F | < 0,6 | Ruim onvoldoende |
Dit betekent dat we streven naar een weerstandsratio van minimaal 1,0. Als bij de actualisatie van de risico’s blijkt dat het weerstandsratio onder deze grens komt, overweegt het bestuur om de algemene reserve te verhogen. Alleen een ondergrens voor de weerstandsratio aanhouden zorgt ervoor dat de omvang van de algemene reserve niet elk jaar schommelt.
Weerstandsratio
De weerstandsratio wordt dus berekend door de weerstandscapaciteit te delen op de waarde van de risico's. Op basis van bovenstaande risico-inventarisatie komt de weerstandsratio van deze begroting 2026 uit op: (€ 20.826.000 / 7.308.000) = 2,85%.
Meerjarig blijven we, op basis van het huidige risicoprofiel, met onze reserves boven de minimale norm.
Onderstaande tabel toont onze bestemmingsreserves weer zoals deze zijn vastgesteld door het algemeen bestuur bij de afgelopen jaarrekeningen. De toewijzing van resultaten gebeurt vooral tijdens de vaststelling van de jaarstukken.
| Bedragen x € 1.000 | ||||||
| Overige bestemmingsreserves | Verwachte balans per 31-12-2025 | Toevoeging (+) 2026 | Onttrekking / vrijval (-) 2026 | Verwachte balans per 31-12-2026 | ||
| Langdurige bestemmingsreserves | ||||||
| Generatiebeleid | 369 | 0 | 0 | 369 | ||
| Innovatie | 646 | 0 | 135 | 511 | ||
| Renovatie sluizen Lauwersoog | 148 | 0 | 65 | 83 | ||
| HWBP | 1.636 | 0 | 0 | 1.636 | ||
| Overdracht/ onderhoud Noorderpier | 533 | 0 | 47 | 486 | ||
| Subtotaal langdurige bestemmingsreserves | 3.332 | 0 | 247 | 3.085 | ||
| Bestemmingsreserves met korte looptijd | ||||||
| Veiligheidstoetsing Keringen | 538 | 0 | 0 | 538 | ||
| Bezuinigingstaakstelling organisatie (2021) | 300 | 0 | 0 | 300 | ||
| Bezuinigingstaakstelling organisatie (2022) | 400 | 0 | 0 | 400 | ||
| Waterconservering zandgronden | 123 | 0 | 0 | 123 | ||
| Opstellen biodiversiteitsplan | 94 | 0 | 0 | 94 | ||
| Aanvalplan exotenbestrijding | 600 | 0 | 0 | 600 | ||
| Subtotaal bestemmingsreserves met korte looptijd | 2.054 | 0 | 0 | 1.454 | ||
| Bestemmingsreserves met karakter overlopende post | ||||||
| Project financiële administratie | 500 | 0 | 500 | 0 | ||
| Subtotaal bestemmingsreserves met karakter overlopende post | 500 | 0 | 500 | 0 | ||
| Totaal bestemmingsreserves | 5.886 | 0 | 747 | 4.539 |
Incidentele lasten
Met het algemeen bestuur is afgesproken dat incidentele budgetten worden gedekt door onttrekkingen aan de algemene reserve. Daarmee hebben de incidentele budgetten geen effect op de belastingtarieven en kunnen we het structurele begrotingssaldo tonen in de begroting.
Verschil structurele en incidentele baten en lasten
Voor het bepalen van het structureel evenwicht van de begroting is het van belang om te weten wanneer uitgaven als structureel of als incidenteel worden beschouwd. Omdat het waterschap structurele taken uitvoert, zijn structurele baten en lasten de regel. Incidentele baten en lasten zijn de uitzondering.
De incidentele baten en lasten nemen we volledig op in het overzicht van incidentele baten en lasten. Zowel in de begroting en de meerjarenraming als in de jaarrekening.
Bij het bepalen of een post als incidenteel aangemerkt kan worden, hanteren we de uitgangspunten van het BBVw en lichten we ze toe. In de toelichting nemen we daarom tenminste het volgende op:
| bedragen x € 1.000 | |||||
|---|---|---|---|---|---|
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
| Perspectiefnota 2026- 2030 | |||||
| Overname afvalwaterinzameling kleine kernen | 250 | 250 | |||
| KRW maatregelen | 1237 | 1237 | |||
| Lerende organisatie en talentmanagement | 62 | 63 | |||
| Perspectiefnota 2025- 2029 | |||||
| Deltaplan Agrarisch Waterbeheer | 100 | 100 | |||
| Invulling geven aan beleidsnotitie Mijnbouw | 112 | 112 | 112 | ||
| Strategisch assetmanagement plan implementeren | 150 | 150 | |||
| Opstellen waterketenvisie | 100 | ||||
| Assetbeheer gebouwen | 75 | 75 | 75 | ||
| Kaderbrief 2024-2028 | |||||
| Integrale informatievoorziening | 1.136 | 946 | |||
| Inspectie asbestcement persleidingen | 100 | ||||
| Begroting 2023 | |||||
| Exotenbestrijding (begroting 2023) | 1.500 | ||||
| Boezemplan | 50 | ||||
| Better wetter | 50 | ||||
| Totaal incidentele budgetten | 3.375 | 1.384 | 187 | 0 | 0 |
Overname afvalwaterinzameling kleine kernen
In de beleids- en beheernota waterzuivering 2019 (en de rioleringsnota daarvoor) is beschreven wanneer we een verantwoordelijkheid hebben voor het transport van het afvalwater naar de zuivering. De belangrijkste voorwaarden zijn: minimaal 50 inwoners en 17 woningen met een kleine onderlinge afstand en voldoende afstand tot een andere kern. Er zijn op dit moment nog circa 43 potentiële kleine kernen waar we volgens het huidige beleid het rioolgemaal + persleiding in beheer en eigendom moeten overnemen van gemeenten. Deze gemeenten verzorgen tot op heden de afvoer naar een andere, grotere, kern of persleiding. Het moment van overnemen zal in de komende jaren plaatsvinden conform de planning van de gemeenten. De voorkeur gaat uit naar gefaseerde overname en dit moet per geval worden bekeken en besproken met de betreffende gemeente. Ook de investeringen, die nodig zijn om het gemaal aan onze standaard te laten voldoen zodat we het beheer & onderhoud volgens onze maatstaven kunnen uitvoeren, zullen gefaseerd en per geval worden opgepakt.
KRW-maatregelen
Met de vaststelling van de tussentijdse evaluatie Kaderrichtlijn Water (KRW) in december 2024 is door het algemeen bestuur besloten aanvullende financiering uit te trekken voor KRW-maatregelen in de perspectiefnota. Het gevraagde budget van € 5 miljoen is lager uitgevallen, zijnde 3,97 mln. Het verschil wordt mede verklaard door ontvangen subsidies. Ook is de invulling iets anders en voorziet nu in DAW-inzet en in meer en actiever over de KRW te communiceren vanwege de toezeggingen naar aanleiding van de motie ‘driuwend skriuwen’ waar bij de behandeling van de tussentijdse evaluatie om werd verzocht. De invulling van de € 3,97 miljoen is enerzijds verdeeld over exploitatiebudget (DAW, maatregelen in beheer, inrichting en monitoring) van vooralsnog € 1,23 miljoen in zowel 2026 als 2027 en anderzijds zijn er te activeren investeringen vanuit de KRW nodig. Dit bedrag is op basis van de huidige inschattingen vooralsnog € 1,5 miljoen (2027).
Lerende organisatie en talentmanagement
Het versterken van talentmanagement is nodig om ook in de toekomst ons werk verbindend, deskundig en slim te blijven doen. In 2020 zijn we in Coronatijd begonnen met een lightversie van een leermanagementsysteem (WF-Campus). Inmiddels is het een goed gevuld en goed gebruikt systeem met veel mogelijkheden. Ter illustratie: in 2021 hadden we minder dan 300 inschrijvingen, in 2024 al meer dan 1000. De tijd is nu gekomen voor een doorontwikkeling en verdere professionalisering van het gebruik en de inzet van dit systeem. Zo kunnen we een impuls geven aan talentmanagement, leren en ontwikkelen, grip op verplichte trainingen, interne mobiliteit, arbeidsmarktpositie en innovatie.
Deltaplan agrarisch waterbeheer
In december 2023 hebben we een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend met de Provincie Fryslân en LTO Noord om gezamenlijk te blijven werken aan het verbeteren van de water- en bodemkwaliteit in het agrarisch gebied. De oorsprong van dit project gaat terug naar 2016. Destijds is besloten om de jaarlijkse bijdrage vanuit het Wetterskip van € 100.000 uit het innovatiebudget te financieren. Doel van deze incidentele ruimtevrager is om het DAW tot en met 2027 niet meer te financieren uit het innovatiebudget, zodat de ruimte voor de innovatie weer gebruikt kan worden voor innovatieprojecten.
In de samenwerkingsovereenkomst voor DAW tot en met 2027 ligt de focus op het ontwikkelen en uitvoeren van bodem- en waterprojecten gericht op goed bodembeheer en het optimaliseren van nutriëntenbenutting en een actieve samenwerking tussen landbouworganisaties, overheden en andere gebiedspartners. Partijen vinden het belangrijk dat boeren en tuinders blijven werken aan verbetering van de kwantiteit en kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater vanwege de toenemende droogte en verzilting in Fryslân en de verscherpte richtlijnen zoals de verplichting van bufferstroken en verlies van derogatie vanuit de overheid.
Invulling geven aan beleidsnotitie mijnbouw
In het coalitieakkoord is afgesproken dat we tegen elke uitbreiding van gaswinning zijn die leidt tot een versnelde daling van de bodem. We hebben daarom een beleidsnotitie mijnbouw opgesteld, die naar het algemeen bestuur zal gaan, waarin staat dat we de beïnvloedingsmogelijkheden met betrekking tot gaswinning maximaal willen inzetten. Er is capaciteitsuitbreiding nodig voor de jaren
2025 tot en met 2028 om bezwaar te kunnen maken tegen nieuwe activiteiten, onder andere in het veenweidegebied, en voor de lobbyactiviteiten gericht op landelijk beleidsontwikkeling. Er is tijdelijk 1 fte extra nodig op het vlak van juridische- en coördinatorcapaciteit die voor rekening van het waterschap komen.
Strategisch assetmanagement plan implementeren
Het strategisch assetmanagement plan is 24 januari 2023 vastgesteld door het dagelijks bestuur. We willen van een traditionele beheersorganisatie ontwikkelen naar een strategische assetmanagementorganisatie, waarbij we keuzes kunnen maken aan de hand van scenario’s op basis van inzicht in risico’s, prestaties en kosten. We willen de komende jaren (externe) strategische denkkracht en kennis op het gebied van assetmanagement en ISO55000 binnenhalen om ons te helpen deze ontwikkeling verder vorm te geven. We hebben kennis nodig op het gebied van de assetmanagementsystematiek en voor informatiemanagement ten behoeve van de assetmanagementontwikkeling. De huidige rollen binnen de organisatie zullen de komende jaren transformeren naar nieuwe rollen die passen bij een strategische assetmanagementorganisatie.
Opstellen waterketenvisie
In het coalitieakkoord 2023 - 2027 is afgesproken dat in 2025 een Visie op de waterketen wordt vastgesteld, waarin we afspreken hoe we omgaan met noodzakelijke renovaties in combinatie met verduurzaming en de wens om grondstoffen terug te winnen. Voor het opstellen van deze visie is in de begroting geen budget opgenomen. Een (goede) visie op waterzuiveren binnen het waterschap opstellen is belangrijk voor het succes van het gehele waterschap. Een visie zorgt voor focus, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het wordt een brede visie, waarin we de gehele waterketen meenemen, dus ook alle waterpartners betrekken bij het opstellen ervan. De visie vervangt de in 2019 vastgestelde Beleid- en beheernota waterzuiveren. De visie krijgt een tijdshorizon van 25 jaar. Het streven is om eind 2025 een visie te hebben die past bij het waterschap en bij haar ambities.
Assetbeheer gebouwen
Afgelopen jaren was het beheer van de 'overige assets' zoals hoofdkantoor, werkplaatsen, woningen en steunpunten reactief. Er is voor gekozen om alle overige assets de komende periode in beeld te brengen, te beoordelen op hun functie en meerjarenonderhoudsplanningen op te stellen. De eerste analyse heeft inzicht gegeven in het achterstallige onderhoud. Er is op sommige locaties een inhaalslag nodig om te voldoen aan de RI&E's. Zo kunnen we blijven voldoen aan veiligheidsvoorschriften en wetgeving.
Integrale informatievoorziening
De lopende en de te starten initiatieven op het gebied van de informatievoorziening zijn sterk van elkaar afhankelijk en hebben een logische volgorde en samenhang nodig in de uitvoering. De regie op de trajecten en daarmee de afstemming op de schaarse capaciteit ontbreekt. We stellen een programma in dat ervoor zorgt dat er regie komt op deze projecten en doelstellingen. De regie richt zich op het tijdig realiseren van de doelstelling vanuit IM 3.0 om te “sturen op continu inzicht”. Onderdeel van dit programma is het vervangen van het onderhoudsmanagementsysteem (OMS) Maximo. De inmiddels verouderde inrichting hiervan dateert uit 2004 en de ondersteuning vanuit de leverancier verloopt per september 2025. Daarmee voldoet het niet meer aan de eisen van de organisatie. Deze noodzakelijke vernieuwing maakt het mogelijk om te sturen op kosten, prestaties en risico's en het vormgegeven van het voorspellend onderhoud.
Het Geografisch Informatiesysteem (GIS) wordt niet meer ondersteund vanaf 2026 waardoor we dit systeem ook dienen te vervangen . Daarnaast moeten gegevens steeds meer op een veilige manier worden gedeeld met externe partijen door veranderende wetgeving zoals de Wet Open Overheid (WOO) en maatschappelijke ontwikkelingen zoals het gebiedsgericht werken. Hiertoe is de huidige inrichting niet afdoende en zal het GIS landschap moeten worden gemoderniseerd.
Inspectie asbestcement persleidingen
We beheren 814 kilometer persleidingen en 278 rioolgemalen in het afvalwater-transportstelsel. De oudste persleidingen zijn nu circa 55 jaar oud. Er ligt nog ongeveer 22 kilometer aan asbestcement persleidingen. Er wordt algemeen aangenomen dat bij AC-leidingen het einde van de levensduur bij 50 jaar wordt bereikt, maar uit onze ervaringen in de praktijk blijkt dat dit heel wisselend is. De gedachte is om de staat van de asbestcementleidingen goed in beeld te brengen door een inline inspectie om daarmee de vervangingstermijn en risico’s te bepalen. In de begroting 2023 en verder zijn een aantal vervangingsinvesteringen opgenomen. Dit neemt een deel van de risico's op breuken weg, maar gelijktijdig neemt het overall risico toe door het verder verouderen van het stelsel. De rest van ons areaal bestaat uit kunststof leidingen die een levensduur hebben van 70 jaar (en wellicht langer). Hiervoor is geen inline inspectie nodig omdat aantasting niet van binnenuit plaatsvindt. Met nieuwe onderzoeksmethoden willen we de restlevensduur van de meest kritische en kwetsbare asbestcement persleidingen in kaart brengen. Op basis daarvan stellen we een meerjarig vervangingsprogramma voor persleidingen op.
Boezemplan
In 2023 is er een bestuurlijke keuze gemaakt over de langetermijn-adaptatierichting van de Friese boezem. Om invulling te kunnen geven aan de concretisering hiervan zijn we vanaf 2024 aan de slag met het opstellen van het Boezemplan. Dit wordt een combinatie van de uitwerking en concretisering van de gekozen adaptatierichting voor de eigen planvorming en de opvolger van het huidige Veiligheidsplan II. Vanaf 2024, met het zwaartepunt in 2025, voeren we op basis van de nieuwe klimaatscenario’s van het KNMI een nieuwe toetsing van het boezemwatersysteem uit. Dit is vergelijkbaar met de analyses van het voorgaande veiligheidsplan. Daarnaast werken we nu vanuit de gekozen adaptatierichting van de Friese boezem voor de komende jaren de te realiseren maatregelen uit. Hierbij kan het gaan om kaderverbetering, realiseren van berging/retentiegebieden, uitbreiding boezemoppervlak of uitbreiding gemaalcapaciteit. Dit vormt de langjarige doelstelling (in ha, m3, kilometers) voor onze planvorming en projecten. Deze doelstelling voorzien we van een goede financiële onderbouwing en fasering in tijd voor onze planvorming en projecten.
Om deze langjarige doelstellingen concreet genoeg te maken is het nodig om met een realistische boezemmodel te kunnen rekenen. In 2024 starten we met het “bouwen” van dit model. In 2025 rekenen we verschillende maatregelpakketten hiermee door. Dit verklaart waarom de grootste financiële uitgave in 2025 is gepland. Vervolgens is voor de afronding in 2026 nog een klein deel van de middelen nodig. Naast de financiële middelen die in 2021 reeds beschikbaar zijn gesteld, zijn aanvullende financiële middelen nodig.
Better wetter
Better wetter is hét innovatie platform voor opgaven in het toekomstig waterbeheer. Het samenwerkingsverband is opgebouwd uit de triple helix en heeft landelijke naamsbekendheid. Zo is de lisdodde teelt voor o.a. bouwmaterialen ontwikkeld in better wetter verband. Gemeente Dantumadiel kan geen trekker meer zijn in verband met projecten buiten de gemeentegrenzen, wat Wetterskip een unieke kans geeft om de regisseur te worden van dit platform. Er zijn nogal wat uitdagingen op het gebied van waterbeheer in de toekomst waar better wetter bij kan helpen.
Voorzieningen nemen we in onze balans op (zie ook hoofdstuk geprognosticeerde balans)
Pensioenvoorziening voormalig bestuur
De pensioenen van de (oud-)bestuursleden komen ten laste van Wetterskip Fryslân (‘eigen beheer’). Voor deze toekomstige, contant gemaakte verplichtingen is een voorziening gevormd. De basis voor deze voorziening is een actuariële berekening van de pensioenrechten. De voorziening geldt voor zowel voormalige bestuursleden die al met pensioen zijn als voor degenen die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt.
Wachtgeld voormalig bestuur
Na de verkiezingen van 2015, 2019 en 2023 zijn nieuwe besturen aangetreden. Vanuit oude dagelijkse besturen namen diverse leden weer zitting in het nieuwe dagelijks bestuur. Andere leden zijn een andere functie gaan vervullen of zijn met pensioen gegaan. De berekening is gebaseerd op huidige wet- en regelgeving en het geldende overgangsrecht. De totale wachtgeldverplichting is toegevoegd aan een voorziening. Inkomsten uit een nieuwe betrekking trekken we af van de uitkering en de voorziening.
Voormalig personeel
Deze voorziening is voor medewerkers waarvoor wij wettelijk gezien risicodrager voor de WW zijn. Voor de ontstane aanspraken is een voorziening gevormd.
Voorziening gratificatie jubilea
Dit is een voorziening voor alle jubilea-uitkeringen die werknemers en bestuursleden volgens de geldende arbeidsvoorwaarden hebben opgebouwd. De voorziening geldt voor de huidige werknemers en bestuurders. We houden er rekening mee dat iemand kan vertrekken.
Persoonsgebonden basisbudget
In de cao voor de waterschappen is een persoonsgebonden basisbudget (PBB) opgenomen. Het PBB bedraagt met ingang van 2021 € 6.000 per medewerker. Medewerkers kunnen dit budget in een periode van vijf jaar inzetten voor loopbaanontwikkeling. Administratief gaan we ervan uit dat per medewerker jaarlijks gemiddeld € 1.200 beschikbaar is. De bedragen die niet zijn ingezet, houden we voor volgende jaren beschikbaar. Om aan deze toekomstige verplichting te kunnen voldoen, hebben we een voorziening PBB ingesteld. Bij het bepalen van de omvang van deze voorziening gaan we ervan uit dat onze medewerkers 80% van € 6.000 gaan gebruiken.
Thuiswerkplek
FNV Overheid heeft een akkoord met de andere cao-partijen bereikt over thuiswerken. De overeengekomen afspraken gaan over twee punten: een thuiswerkbudget en een thuiswerkvergoeding. De afspraken gelden vanaf 1 april 2020 tot 1 april 2025 en zijn onderdeel van de cao Waterschappen. Voor elke medewerker die structureel thuiswerkt is een budget beschikbaar. De medewerker kan hiervoor op declaratiebasis middelen voor een arbo-en ergonomisch verantwoorde thuiswerkplek aanschaffen (zoals een bureau of een stoel). Dit budget is niet bedoeld voor hardware (zoals een computer, laptop of een beeldscherm). Niet alle medewerkers die hiervoor in aanmerking komen hebben in de afgelopen jaren middelen aangeschaft en gedeclareerd. De verwachting is dat deze medewerkers dat alsnog in de periode 2024 tot 1 april 2025 gaan doen.
De hoogte van de voorzieningen in deze begroting is voldoende. De meerjarige onttrekkingen zijn in beeld. Bij de jaarrekening herijken we de stand van de voorzieningen en vullen deze aan indien nodig, of we gebruiken het overschot voor de exploitatie.
De kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde balans, zoals deze in het betreffende hoofdstuk is opgenomen.
Weerstandsvermogen
Definitie: Weerstandsvermogen is de relatie tussen:
1. de weerstandscapaciteit: de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
2. alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn voor de financiële positie.
Op basis van de geprognosticeerde balans en onze risicoschatting ontwikkeld het weerstandsvermogen zich de komende jaren als volgt:
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
| Weerstandsvermogen | 2,85% | 2,48% | 2,42% | 2,42% | 2,42% |
Netto schuldquote
Definitie: Verhouding tussen de omvang van de netto schuld en de totale opbrengsten
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
| Netto schuld | 504.245 | 534.306 | 564.893 | 577.542 | 591.240 |
| Totale opbrengsten | 225.098 | 240.149 | 247.950 | 256.011 | 268.184 |
| Netto schuldquote | 224% | 222% | 228% | 226% | 220% |
EMU-saldo
Definitie: Geraamde onderscheidenlijk gerealiseerde saldo van de ontvangsten en uitgaven van een waterschap, berekend op transactie-basis en volgens de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie. Zie paragraaf EMU-saldo.
Wendbaarheid van de begroting
Definitie: Verhouding tussen de totale kapitaallasten en de totale bruto-exploitatiekosten
| 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | |
| Totale kapitaallasten | 55.529 | 59.596 | 61.105 | 64.169 | 67.313 |
| Bruto exploitatiekosten | 243.337 | 255.780 | 261.335 | 269.256 | 281.434 |
| Wendbaarheid van de begroting 2026 | 22,82% | 23,30% | 23,38% | 23,83% | 23,92% |
| Wendbaarheid van de begroting 2025 | 24,72% | 25,20% | 26,01% | 26,60% | n.v.t. |
De wendbaarheid van de begroting is toegenomen in 2026 ten opzichte van 2025. Het percentage van de kapitaallasten in verhouding tot de begrote totale lasten is afgenomen. Dit is mede het gevolg van genomen maatregelen vanuit de doorkijk 2050.
Lastendruk
Definitie: Hoogte lastendruk van een meerpersoonshuishouden met een eigen woning in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Voor inzicht in de lastendruk, verwijzen we naar het hoofdstuk "Raming belastingopbrengsten en toelichting".
Het EMU-saldo is het verschil tussen de inkomsten en uitgaven (op transactiebasis) van het waterschap met andere partijen in een bepaalde periode. Eenvoudig gezegd laat het EMU-saldo zien of er in een bepaald jaar met reële transacties meer geld uitgegeven is dan er binnenkwam, of dat er netto geld over is. Het EMU-saldo is daarmee een indicatie voor de ontwikkeling van de liquiditeits- en financiële positie (eigen vermogen en schulden) van het waterschap.
Het EMU-saldo van één jaar zegt relatief weinig, Een structureel negatief EMU-saldo is echter wel reden tot zorg; dit geeft aan dat het waterschap jaar-op-jaar meer geld uitgeeft dan dat het ontvangt. Andersom kan het ook onwenselijk zijn dat het EMU-saldo enkele jaren op rij een flink positief saldo vertoont. Dit geeft immers aan dat de organisatie mogelijk onnodig geld oppot, terwijl het geld besteed kan worden aan voorzieningen in ons beheergebied.
Het EMU-saldo speelt een rol bij de Europese afspraken over het toegestane maximale tekort ervan op nationaal niveau om de overheidsfinanciën in de Eurozone sterk te houden.
De Wet houdbare overheidsfinanciën bepaalt dat een nieuw kabinet aan het begin van zijn regeerperiode, na overleg met de koepels van de decentrale overheden, de EMU-ruimte voor de gemeenten, provincies en waterschappen in deze periode vaststelt. Dit overleg moet nog plaatsvinden. In de berekening van de EMU-referentiewaarden van de waterschappen is aangenomen dat de decentrale overheden de met het vorige kabinet voor de periode 2024 t/m 2026 afgesproken ruimte van 0,5% BBP t/m 2029 behouden en dat de ruimte van de waterschappen daarbinnen 0,06% BBP blijft.
Voor Wetterskip Fryslân gelden de volgende EMU-referentiewaarden. Deze waarden zijn niet verplicht, we hoeven hier niet aan te voldoen, maar geven wel richting.
| bedragen x € 1.000 | ||||||
| EMU-exploitatiesaldo | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 |
| Bruto exploitatiesaldo | -6.092 | -3.833 | -2.120 | 2.345 | 2.342 | -4.993 |
| Investeringsuitgaven | -62.407 | -60.000 | -60.000 | -60.000 | -60.000 | -60.000 |
| Investeringsbijdragen | - | - | - | - | - | - |
| Verkoop van vaste activa | - | - | - | - | - | - |
| Afschrijvingslasten | 43.500 | 42.155 | 47.291 | 48.425 | 50.861 | 53.522 |
| Toevoegingen aan voorzieningen en onvoorzien t.l.v. exploitatie | 450 | 450 | 450 | 450 | 450 | 450 |
| Onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie | - | - | - | - | - | - |
| Betalingen rechtstreeks uit de voorzieningen | -800 | -525 | -515 | -200 | -200 | -140 |
| Deelnemingen en aandelen | - | - | - | - | - | - |
| EMU saldo | -24.342 | -21.754 | -14.894 | -8.981 | -6.547 | -11.160 |
| EMU-norm (referentiewaarde) | -34.800 | -37.500 | -39.000 | -40.500 | -42.000 | -43.700 |
| Overschrijding EMU referentiewaarde | -10.458 | -15.746 | -24.106 | -31.519 | -35.453 | -32.540 |
Vier scenario's uitgelegd
Bij de waterschappen kunnen zich vier scenario’s voordoen. Hierbij benadrukken we dat het bij het beoordelen van de scenario’s vooral gaat om de meerjarige ontwikkeling van het EMU-saldo.
De primaire taken van Wetterskip Fryslân zijn het zorgen voor schoon water, voor voldoende water en voor veiligheid. Om deze te kunnen uitvoeren beschikken we over een fysieke infrastructuur die bestaat uit duizenden onderdelen, onze assets. Het gaat dan om kleine onderdelen zoals stuwen, inlaten en duikers, maar ook om grote objecten als de rioolwaterzuiveringen, het hoofdkantoor en zeedijken. Sommige onderdelen zijn nieuw, andere hebben we geërfd van de talrijke voorlopers van ons waterschap, met als blikvanger ons meer dan 100 jaar oude Woudagemaal. Met assetmanagement zijn we op weg om op een gestructureerde wijze grip te krijgen op het beheer van al deze bezittingen.
Gezien het belang van goed onderhoud van kapitaalgoederen (assets) en de steeds grotere aandacht voor assetmanagement bij de waterschappen, is nu ook in het Waterschapsbesluit een paragraaf assetmanagement voorgeschreven in de beleidsbegroting en het jaarverslag.
De actieve kunstwerken
De actieve kunstwerken zijn assets (=middelen) waarmee (mede) een opgave kan worden behaald. Peilbeheer is één van de bekendste opgaven maar ook het verbeteren van de vismigratie is een opgave.
Het is één van de taken van de assetcoördinator om te zorgen dat de rayonbeheerder goed onderhouden en veilige assets heeft en behoudt. Met deze assets kan de rayonbeheerder op zijn beurt de verschillende functies in haar/zijn rayon goed bedienen. Die functies zijn divers, o.a. landbouw, natuur en bebouwd.
Beleidskader
Waterbeheerplan (WPB)
Coalitieakkoord
Nota peilbeheer, peilbesluiten
Beschikbaarheid / kwaliteitsnormen
De normen voor beschikbaarheid komen uit de peilbesluiten die bestuurlijk zijn vastgesteld. De hydrologische uitgangspunten vertalen we naar een capaciteitsnorm voor afvoer van water uit peilgebieden via gemalen naar de boezem. Hierbij houden we rekening met de wateraanvoer, het verhard gebied, de functie en de grondsoort. Zo wordt een gemaalcapaciteit bepaald. De ontwerp levensduur van gemalen is op basis van vakmanschap bepaald.
Eens in de 5 jaar moeten we wettelijk een risico-inventarisatie en evaluatie doen. De betrouwbaarheid van actieve kunstwerken hangt samen met de beschikbaarheidsnormen. De norm is afhankelijk van efficiëntie.
Areaal kapitaalgoederen actieve kunstwerken
| Objecten | |||
| Geautomatiseerde kunstwerken |
Gemalen
Meetpunten
|
Boezemgemalen Stuwen Meetpunt boezem Reinigers onderleiders Coupure Harlingen vispassages |
3 stuks 138 stuks 43 stuks 1 stuks
|
| Niet geautomatiseerde kunstwerken |
Stuwen Coupures vispassages |
± 5700 stuks 13 stuks 65 stuks |
|
| Overige assets | Bruggen Informatieborden |
13 stuks |
Beheer & Onderhoud
| Informatiemanagement | Alle actieve kunstwerken zijn opgenomen in de legger |
| Beheerplannen | Het beheerplan voeren we uit in de vorm van een de instandhoudingcyclus. De cyclus "In stand houden van Actieve Kunstwerken" vormt de kapstok voor het beheer- en onderhoudsplan. Hierbij werken we volgens het Plan, Do, Check, Act principe. |
|
Geef aan hoe de beheerplannen tot een (materieel) goede inschatting van de lasten in de jaarrekening en/of begroting leiden? En hoe wordt dit intern gemonitord? |
Voor alle geautomatiseerde assets in het watersysteem ligt een preventief onderhoudsschema (in het onderhoudsmanagementsysteem) ten grondslag. Elk schema heeft zijn eigen tijdsinterval en verschillende werkzaamheden. De bevindingen van het preventief onderhoudswerk wordt vastgelegd en beoordeeld door de assetcoördinator. De werkzaamheden die uit de beoordeling komen worden begroot en ingepland. Het doel van de preventieve onderhoudswerkzaamheden is om beter grip te krijgen op de asset, minder (ver)storingen en een beter planmatige inzet van middelen en personeel. Voor de handbediende assets (vooral stuwen en inlaten, ruim 10.000 stuks) is de conditie bekend. Op basis van de conditie plannen we vervangingsopdrachten in. |
Financiën in de begroting actieve kunstwerken
bedragen x € 1.000
| Type onderhoud | Begroting 2026 |
| Onderhoud Actieve Kunstwerken | 7.700 |
| Totaal | 7.700 |
Waterlopen & passieve kunstwerken
Het doel van de instandhouding van waterlopen en passieve kunstwerken is het borgen van de waterstaatkundige functie: de instandhouding zorgt ervoor dat we verschillende maatschappelijke functies goed en veilig kunnen bedienen, met aanvaardbare risico's en kostenniveaus.
Beleidskader
Waterbeheerplan (WPB)
Coalitieakkoord
Nota peilbeheer, peilbesluiten
Beschikbaarheid / kwaliteitsnormen
De normen voor beschikbaarheid komen uit de peilbesluiten die bestuurlijk zijn vastgesteld. De hydrologische uitgangspunten vertalen we naar een capaciteitsnorm voor afvoer van water uit peilgebieden via assets naar de boezem. Hierbij houden we rekening met de wateraanvoer, het verhard gebied, de functie en de grondsoort.
| Duikers | Via inspectie van rayonbeheer komt er een signaal, waarna we besluiten tot reparatie of vervanging. |
| Dammen | Via inspectie van rayonbeheer komt er een signaal, waarna we besluiten tot reparatie of vervanging. |
| Sifons | Er zijn nog geen kwaliteitsnormen vastgesteld. De programmatische aanpak wordt opgesteld. |
| Beschoeiingen | Er zijn nog geen kwaliteitsnormen vastgesteld. Er is nog geen inzicht in eigendom en beheer- en onderhoudsplicht van de beschoeiingen. |
| Hoofdwateren | Jaarlijks cyclisch onderhoud landelijk gebied (laag, basis, hoog) en cyclisch baggeren conform beheer- en onderhoudsplan BOP 2.0 voor verbetering van waterveiligheid, waterkwaliteit en water aan- en afvoer. Jaarlijks cyclisch onderhoud bebouwd gebied en baggeren overeenkomstig overeenkomsten overdracht stedelijk water (hoofd- en secundaire watergangen). |
| Schouwwateren | Voldoen aan de schouwplicht volgens de onderhoudsverordening. |
Areaal kapitaalgoederen waterlopen & passieve kunstwerken
| Objecten | Gegevens |
|
Duikers |
13.070 stuks |
| Dammen | 16.325 stuks |
| Sifons | 675 stuks |
| Beschoeiingen | ntb |
| Hoofdwateren | 6.000 (landelijk gebied) en 150 kilometer (bebouwd gebied) |
| Secundair water bebouwd gebied | 550 kilometer |
| Schouwwateren | 12.000 kilometer |
Beheer & Onderhoud
| Informatiemanagement | Onze waterstaatswerken landelijk gebied staan in de legger, beschoeiingen zijn geen waterstaatswerken en staan niet in de legger en zijn niet in beeld. Waterstaatswerken bebouwd gebied komen, na vaststelling van de beleidsregels, in de legger |
| Beheerplannen |
1. Voor dammen en duikers werken we met het vakmanschap van onze rayonbeheerders. Zij constateren in het veld wanneer er reparaties of vervangingen nodig zijn. 2. Voor het onderhoud van de hoofdwatergangen hebben wij een beheer- en onderhoudsplan.3. De uitvoering van de watergangen in bebouwd gebied wordt uitgevoerd conform de overeenkomsten overdracht stedelijk water. 4. Voor de sifons werken we aan een beheersplan. 5. Voor de beschoeiingen is nog geen beheerplan beschikbaar. |
| Geef aan hoe de beheersplannen tot een (materieel) goede inschatting van de lasten in de jaarrekening en/of begroting leiden? En hoe wordt dit intern gemonitord? | Het budget voor gedifferentieerd onderhoud hoofwateren is afgestemd op het beheerregime. Het budget voor het onderhoud aan de watergangen in bebouwd gebied is conform de afspraken in de overeenkomsten overdracht stedelijk water. Onderhoud aan de overige assets zijn financieel gelimiteerd. |
Financiën in de begroting waterlopen en passieve kunstwerken
bedragen x € 1.000
| Type onderhoud | Begroting 2026 |
| Onderhoud Waterlopen en passieve kunstwerken | 16.900 |
| Totaal | 16.900 |
De primaire en secundaire keringen
De primaire en secundaire keringen beschermen ons tegen hoogwater op het IJsselmeer, Waddenzee en de Noordzee.
Beleidskader
De primaire waterkeringen moeten voldoen aan de zorgplicht. De zorgplicht is een wettelijke verplichting die voortkomt uit de Omgevingswet en de Waterschapswet. Deze verplichting houdt in dat beheerders verantwoordelijk zijn voor het goed beheren en onderhouden van de primaire waterkeringen.
Het waterschap is de beheerder van de keringen, op de legger staat aangegeven welke partij verantwoordelijk is voor het onderhoud. In de beleidsregels legger zijn de voorwaarden hiervoor opgenomen.
Het Waterbeheerplan beschrijft op hoog niveau de doelstellingen van het werk van Wetterskip Fryslân. De beheernota is richtinggevend en geeft de specifieke randvoorwaarden (normen en condities van de waterkering) en doelstellingen voor het beheer van de waterkeringen waar Wetterskip Fryslân zich aan houdt. Deze doelstellingen worden vervolgens uitgewerkt in een beheer, onderhoud en inspectieplan.
Kwaliteitsnormen
Sinds 2017 gelden er nieuwe veiligheidsnormen voor dijken, dammen en duinen. Deze staan in het Deltaprogramma. Tot en met 2050 hebben de waterschappen en Rijkswaterstaat de tijd om de dijken en duinen te versterken.
Areaal kapitaalgoederen primaire keringen
| Objecten | Gegevens |
|
Primaire keringen
|
62,1 kilometer |
| Secundaire keringen | 60,3 kilometer |
| Overige waterkeringen |
Beheer & Onderhoud
| Informatiemanagement |
De volgende programma's en applicaties worden gebruikt:
|
| Beheerplannen | Er is een beheer-, onderhoud-, en inspectieplan waarin staat binnen welke kaders we werken, welke beheer- en onderhoudsvormen we toepassen en hoe we het onderhoud en de inspecties planmatig hebben vormgegeven. |
| Geef aan hoe de beheerplannen tot een (materieel) goede inschatting van de lasten in de jaarrekening en/of begroting leiden? En hoe wordt dit intern gemonitord? | Op basis van de beheerplannen worden inspecties uitgevoerd op de dijk. De schades die in het veld geconstateerd worden, herstellen we voor de start van het stormseizoen. Vooraf maken we per onderhoudspost een inschatting van de benodigde budgetten. Deze monitoren we gedurende het jaar. |
Financiën in de begroting primaire keringen
bedragen x € 1.000
| Type onderhoud | Begroting 2026 |
|
Onderhoud primaire keringen |
1.700 |
| Totaal | 1.700 |
Regionale en lokale keringen
De Regionale- en Lokale waterkeringen zijn waterstaatskundige objecten die liggen langs de Friese boezem, overige boezemsystemen of in de beekdalen. Zij zijn bepalend voor de inrichting van de boezemsystemen en beschermen de poldergebieden tegen wateroverlast. De boezemsystemen functioneren ook als waterbuffer.
Langs deze waterkeringen liggen op verschillende plaatsen ook rietzones en natuurvriendelijke zones ter ondersteuning van de ecologische waterkwaliteit enerzijds en ter bescherming van de lokale of regionale waterkeringen anderzijds. Samen met de RWK en LWK maken zij een onderdeel uit van de waterstaatkundige inrichting van onze boezemsystemen. Een deel van de Friese wateren heeft ook een functie als vaarweg. Wetterskip Fryslân beheert de vaarwegklassen E en F. De oeverconstructies langs deze en andere provinciale vaarwegen en langs overige boezemwateren, worden beheerd onder de opgave Veiligheid vanwege de directe invloed die deze inrichtingselementen en de wijze van onderhoud ervan, hebben op de stabiliteit en levensduur van de regionale- en lokale waterkeringen.
Beleidskader
Wet- en regelgeving: de provincies Groningen en Fryslân zijn toezichthouder op de taken van het waterschap. In de provinciale Omgevingsverordening zijn de Regionale waterkeringen (RWK) benoemd en genormeerd. De provincies Groningen en Fryslân dragen het waterschap op om deze RWK te beheren en onderhouden volgens de gestelde normering. De Lokale waterkeringen (LWK) worden door Wetterskip Fryslân zelf aangewezen en genormeerd.
Aangaande het beheer en onderhoud van de oeverconstructies en natuurvriendelijke oevers langs vaarwegen wordt geacteerd op de Toedeling Oevers Vaarwegen, en de bijbehorende Samenwerkingsovereenkomst.
Kwaliteitsnormen
Conform de provinciale verordeningen beoordelen we elke 6 jaar de RWK op hoogte en stabiliteit. Als de RWK of delen daarvan niet meer voldoen dan leidt dit tot een nieuwe opgave voor de instandhouding van deze keringen.
Areaal kapitaalsgoederen regionale en lokale keringen
| Objecten | |
| Regionale keringen | 3080 kilometer |
| Lokale keringen | 844 kilometer |
| Beschoeiing in boezemsystemen langs Vaarwegen | 380 kilometer |
| Beschoeiing in boezemsystemen overig | 650 kilometer |
| Natuurvriendelijke zones | 324 kilometer |
Beheer & Onderhoud
|
Informatiemanagement |
Door te werken aan een betere informatievoorziening werken we aan het vergroten van de voorspelbaarheid van de jaarlijkse Instandhoudingsopgave. Voor de RWK en LWK splitsen we hiervoor het areaal op in dijkvakken. Elk dijkvak is een afzonderlijke asset met een specifieke opbouw. Een totale dijkring rond een polder kan voor een deel zijn voorzien van een zachte oever of van een harde oeverconstructie of er ligt wel of geen teensloot langs het binnentalud van de waterkering. Op basis van deze opdeling is het toekomstig onderhoud in de tijd en in termen van kosten en risico beter in te plannen. De voorspelbaarheid van het werk en de benodigde budgetten nemen hierdoor toe.Het areaal aan harde oeverconstructies komt expliciet in het Beheerregister. Het areaal Lokale waterkeringen is divers. Daarom is er behoefte aan een herziening van het beleid en een nadere duiding en onderverdeling naar afzonderlijke assets. Tijdens de dagelijkse werkzaamheden constateren we afwijkingen tussen de aangetroffen werkelijke inrichting en hetgeen we op de GIS-informatie aantreffen. Via jaarlijkse leggerwijzingen voeren we de correcties door en werken we continue om de data op orde te krijgen en te houden.
|
|
Beheerplannen |
Voor het areaal van de E- en F-Vaarwegen en van de Oevers langs Vaarwegen dienen we nog een Beheerplan op te stellen. . De bestaande Beheerplannen voor de RWK en LWK dienen we te herzien nadat de opsplitsing in dijkvakken heeft plaatsgevonden en er een betere decompositie is van het totale areaal. |
|
Geef aan hoe de beheerplannen tot een (materieel) goede inschatting van de lasten in de jaarrekening en/of begroting leiden? En hoe wordt dit intern gemonitord? |
De RWK, LWK en de NVZ-onderdelen worden jaarlijks geïnspecteerd. Op basis van de inspectieresultaten stellen we vast welk gewoon en buitengewoon onderhoud noodzakelijk is voor de jaarlijkse instandhouding van de assets of assetonderdelen. Van het areaal aan oeverconstructies met een levensduur van minder dan 10 jaar voeren we elke 5 jaar een technische opname uit. Het areaal met een rest-levensduur kleiner dan 5 jaar wordt vervolgens geprogrammeerd voor herinrichting of vervanging. Het totale areaal van de RWK moet iedere 6 jaar worden beoordeeld op hoogte en stabiliteit. De resultaten hiervan zijn de basis voor de programmering van grootschalige renovaties van de waterkeringen. |
|
Aandachtspunten |
Door een integrale afstemming met de resultaten van de technische opname van de oeverconstructies die in beheer zijn bij Wetterskip Fryslân of bij een andere Friese overheid kunnen we grotere herstelwerkzaamheden beter op elkaar afstemmen. Het op diepte houden van de E- en F-Vaarwegen wordt uitgevoerd door het baggerteam.
|
Financiën in de begroting regionale en lokale keringen
bedragen x € 1.000
| Type onderhoud | Begroting 2026 |
| Onderhoud Regionale en Lokale Keringen | 5.700 |
| Onderhoud Boezem en Beekdalen | 2.100 |
| Totaal | 7.800 |
De rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's), rioolgemalen (rg's) en slibontwateringsinstallatie (soi)
De rioolwaterzuiveringsinstallaties (rwzi's), rioolgemalen (rg's) en slibontwateringsinstallatie (soi) zijn assets ten dienste van het maatschappelijk doel "bescherming van volksgezondheid en milieu".
Bij de rwzi's ligt de focus op zuiveren (effluentnormen), bij de rioolgemalen op afvoer van afvalwater (afnameverplichting) en bij de soi op ontwateren. Deze keten van assets zorgt voor zuivering van afvalwater afkomstig uit de rioolstelsels van gemeenten en brengt het gezuiverde afvalwater terug in het oppervlaktewater.
Beleidskader
Zuivering van stedelijk afvalwater gebracht in een openbaar vuilwaterriool gebeurt in een zuiveringsinstallatie onder de zorg van het waterschap, dat geregeld is in de Waterwet art. 3.4.
De voorschriften voor het lozen vanuit rwzi’s (onder meer de normen voor het effluent) staan in het Activiteitenbesluit Milieubeheer par. 3.1.4a art. 3.5e t/m 3.55 en in de Activiteitenregeling par. 3.1.2. art. 3.4ga tot en met 3.4 gd.
Het bestuur van Wetterskip Fryslân heeft een Beleids- en Beheernota Zuiveren vastgesteld met de opgaven bóven normaal beheer en instandhouding. Het gaat onder meer om eigen beleid om de last van stikstof en fosfaat extra terug te brengen, dus onder de wettelijke norm.
De lozingseisen voor de rwzi's liggen vast in vergunningen. Wetterskip Fryslân is ISO-gecertificeerd voor het transport en zuiveren van afvalwater en het verwerken van het zuiveringsslib volgens NEN-EN-ISO 14001 (milieuzorgsysteem). Voor de rioolgemalen is de afnameverplichting vastgelegd in overeenkomsten met gemeenten.
Het energiebeleid vormt het uitgangspunt voor investeringsbeslissingen waarbij een elektriciteitsvraag aan de orde is.
Kwaliteitsnormen
De assetgroep waterketen heeft een volwassenheidsscore van 3,4. De normen die hierboven zijn genoemd vormen de basis voor de score van deze assetgroep. Dit getal zegt enkel iets over de volwassenheid binnen de waterketen.
We hebben een milieu certificering voor transport, zuiveren en slibverwerking (ISO 14001). Dat betekent dat het overgrote deel van de processen is beschreven en periodiek door de TüV wordt geauditeerd.
Areaal kapitaalgoederen zuiveringstechnische werken
| Objecten | |
|
Persleidingen in beheer en onderhoud WF Persleidingen in beheer en onderhoud gemeentes |
826 kilometer 23 kilometer |
|
Rioolgemalen
|
276 stuks afnamecapaciteit: 42.500 m3 per uur |
| Rwzi's |
27 stuks ontwerpcapaciteit: 1,3 miljoen VE (TZV-150) |
| Slibontwateringsinstallatie |
1 slibontwateringsinstallatie |
Beheer & Onderhoud
| Informatiemanagement | Het uitvoeren van de instandhouding valt en staat met correcte informatie. We hebben aandacht voor ‘"data op orde"’, zodat er bij aanvang of tijdens werkzaamheden de informatie volledig en up-to-date is. Voor het vastleggen van werkorders en gegevens van de installatie wordt Maximo en op termijn Ultimo gebruikt. Assetdossiers worden vastgelegd in Sharepoint. |
| Beheerplannen | De beheerplannen worden uitgevoerd in de vorm van een instandhoudingcyclus. De cyclus ‘In stand houden van rwzi's, rioolgemalen, persleidingen en slibontwatering’ vormt de kapstok voor het beheer- en onderhoudsplan. Hierbij werken we volgens het plan, do, check, act-principe. |
| Geef aan hoe de beheerplannen tot een (materieel) goede inschatting van de lasten in de jaarrekening en/of begroting leiden? En hoe wordt dit intern gemonitord? | Alle assets binnen de waterketen hebben een preventief onderhoudsschema. Ieder met zijn eigen tijdsinterval, maar ook met verschillende werkzaamheden. De bevindingen van het preventief onderhoudswerk leggen we vast. Assetbeheer beoordeelt de uitkomsten. De werkzaamheden die uit de beoordeling komen worden vervolgens begroot en ingepland. Het doel van het preventieve onderhoud is om minder storingen te hebben en de inzet van middelen en personeel beter te plannen. |
Financiën in de begroting zuiveringstechnische werken
bedragen x € 1.000
| Type onderhoud | Begroting 2026 |
| Onderhoud RWZI's | 5.900 |
| Onderhoud Transportstelsel | 2.000 |
| Onderhoud Slib | 400 |
| Totaal | 8.300 |
Gebouwen en werkplaatsen
Onder dit areaal vallen alle ondersteunende gebouwen zoals het hoofdkantoor, werkplaatsen, steunpunten, bezoekerscentrum Lemmer en enkele (huur) woningen. Gebouwen waar asset in zijn gehuisvest zoals RWZI's en gemalen vallen hier niet onder maar vallen onder de betreffende assetgroep.
toelichting: Het betreft hier alleen de kosten voor het onderhoud van de gebouwen (aard en nagelvast) dus niet de facilitaire kosten
Beleidskader
Er zijn geen vastgestelde beleidskaders.
De assetgroep "Gebouwen" is nog maar kort actief. Doel van deze assetgroep is om de gebouwen te laten voldoen aan geldende regelgeving zoals o.a. arbo wetgeving zodat een ieder op een veilige werkplek kan rekenen
Kwaliteitsnormen
Er zijn op dit moment geen vastgestelde kwaliteitsnormen voor gebouwenbeheer.
Asset management is volop in ontwikkeling. Doel is om de komende jaren asset management binnen de assetgroep Gebouwen verder te implementeren en te werken volgens de Nen2767
Areaal Gebouwen en werkplaatsen
| Objecten | Aantal objecten |
|
Kantoren |
4 (hoofdkantoor, Gorredijk, Joure, Midsland) |
| Werkplaatsen | 14 |
| Bezoekerscentrum Woudagemaal | 3 |
| Woningen | 5 |
Beheer & Onderhoud
| Informatiemanagement | Asset dossier, in systeem Contractant, op termijn in het nieuwe OMS |
| Beheerplannen | Beheer - en Onderhoudsplan Gebouwen |
|
Geef aan hoe de beheerplannen tot een |
Begroting is vooral gebaseerd op expert judgement en historisch cijfers. Doel is om beter inzicht te krijgen in de jaarlijks benodigde kosten |
|
|
Financiën in de begroting
bedragen x € 1.000
| Type Onderhoud | Begroting 2026 |
| Gebouwenbeheer Kantoren | 400 |
| Gebouwenbeheer Werkplaatsen | 300 |
| Gebouwenbeheer Bezoekerscentrum Woudagemaal | 75 |
| Gebouwenbeheer Woningen | 58 |
| Totaal | 833 |
In 2026 zal de aanpassing van het sturingsmodel van de organisatie volledig ingevuld worden. Besluitvorming eind 2025 gaat hier nog meer richting aan geven. Het in 2025 gestarte leiderschapstraject loopt in 2026 door en gaat ondersteunen bij het ontwikkelen van competenties en vaardigheden passend bij de nieuwe organisatie. Zo zal er gedurende het jaar energie gestoken worden in de ontwikkeling van vaardigheden. Dit betreft naast "eigenaarschap" en "aanspreekcultuur" voor de medewerkers, "ondernemerschap" voor de leidinggevenden en het verder ontwikkelen van bestuurlijke sensitiviteit.
We leven in een tijd van snelle technologische vooruitgang, geopolitieke spanningen, een politieke veranderd klimaat en klimaatuitdagingen. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op onze organisatie en medewerkers. Investeren in wendbare medewerkers is essentieel om met deze uitdagingen en kansen om te kunnen gaan.
Leren & ontwikkelen
Investeren in Leren & Ontwikkelen is noodzakelijk om medewerkers blijvend te voorzien van de, in de toekomst waarschijnlijk steeds sneller wijzigende, benodigde vaardigheden. Zonder deze investeringen riskeren we verzuim, verminderde innovatie, vervroegde uitdiensttreding en/of inefficiëntie in werkzaamheden.
Technische ontwikkelingen
Onder andere AI en digitale transformatie veranderen onze werkprocessen ingrijpend. Deze technologieën bieden kansen voor efficiëntie en innovatie, maar vereisen ook nieuwe vaardigheden. Technologie is niet genoeg: mensen moeten de vaardigheden en mindset ontwikkelen om ermee te werken. Het betreft niet alleen IT experts, maar juist ook om medewerkers die met de nieuwe toepassingen kunnen en willen werken. Er ontstaan in hoog tempo, en van keuzes van de organisatie en van externe ontwikkelingen afhankelijke, zogenoemde verschijn- en verdwijntaken, met mogelijk zelfs op langere termijn verschijn- en verdwijnbanen. Zonder investeringen in onze medewerkers veroudert hun kennis, verouderen onze processen, kunnen we kansen om efficiënter en slimmer te werken niet verzilveren en voldoen we mogelijk niet meer aan de verwachtingen van burgers. Dat vraagt wat van team HR. De afdeling zal data gedreven gaan werken en technologie gaan omarmen om sneller en slimmer beslissingen te nemen. Team HR zal de aanjager zijn van een wendbare en lerende organisatie. Dat betekent experimenteren met nieuwe organisatievormen, stimuleren van interne mobiliteit en het creëren van een cultuur waar innovatie en groei centraal staan. We gaan meer focussen op het inzetten van talenten in plaats van vasthouden aan een bepaalde rol. Dus ook een bredere inzetbaarheid buiten de eigen vakgroep om talenten optimaal te benutten. Belangrijke bijkomstigheid is dat we daardoor collega's behouden.
Arbeidsmarktontwikkelingen
Tot op heden kunnen we vrijwel alle vacatures vervullen. Dat zijn er jaarlijks circa 90. De arbeidsmarkt blijft naar alle waarschijnlijkheid krap door vergrijzing, wat het steeds moeilijker maakt om vacatures te vervullen. We vervangen vertrekkende medewerkers niet meer als automatisme, maar kijken kritisch naar noodzaak van zowel de functie als van de benodigde talenten en vaardigheden. Verschijn- en verdwijnbanen ontstaan in een steeds hoger tempo. Veel kantoorbanen binnen WF lijken vooralsnog moeilijk door AI te vervangen, o.a. gezien de noodzakelijke menselijke afstemming tussen ambtelijk en bestuurlijke niveau en met andere overheden en stakeholders. Het is vooralsnog de vraag of AI werkelijk zijn belofte waar gaat maken en wat dan exact de invloed gaat zijn. Goede arbeidsmarktcommunicatie en het bieden van concurrerende arbeidsvoorwaarden, arbeidsomstandigheden en ontwikkelmogelijkheden zijn cruciaal om de juiste talenten binnen boord te krijgen en te houden. Maar het begint bij goed werkgeverschap. We zorgen er voor dat onze medewerkers ambassadeurs zijn en blijven. Om dit te versterken is een werkgeverscampagne opgezet.
Generaties op de werkvloer
De aandacht voor verschillende generaties op de werkvloer is toegenomen omdat er momenteel meerdere generaties tegelijkertijd actief zijn, elk met hun eigen unieke kenmerken, behoeften en leer- en werkstijlen. Generaties leren verschillend: jongere medewerkers prefereren leren via AI en bijvoorbeeld gamification, oudere generaties willen mogelijk klassikaal leren. Jongere generaties zoeken werk van betekenis, flexibiliteit en mogelijkheden voor ontwikkeling. Oudere generaties meer naar stabiliteit en veiligheid en ervaring en expertise. Bij een goede werk-privé verhouding denken zij meer aan een juiste werkdruk en stress balans, in plaats van aan flexibele werktijden en de mogelijkheid om op afstand te werken. We moeten zorgen dat ze goed samenwerken om conflicten en verminderde productiviteit te voorkomen. Dit vraagt om maatwerk aandacht. Zeker omdat we gezien de krapte op de arbeidsmarkt mogelijk de nog arbeidsfitte medewerkers moeten gaan stimuleren om ook na de pensioengerechtigde leeftijd voor ons te blijven werken.
Werkgeluk en werkstress
Werkgeluk is essentieel voor productiviteit en retentie. We kunnen werkgeluk verhogen door medewerkers autonomie te geven en mensgericht leiderschap.
We moeten werkstress aanpakken. Dit ontstaat door een verhoogd risico ontstaat door snelle veranderingen en krapte op de arbeidsmarkt. Zonder maatregelen riskeren we hoger verzuim en dalende productiviteit. Bovendien brengt een hoger verzuim veel extra kosten met zich mee.
Talentontwikkeling
Het is essentieel om talenten in kaart te brengen, te ontwikkelen en aan ons te binden. Daarbij speelt Diversiteit, Gelijkwaardigheid & Inclusie (DG&I) een belangrijke rol. Onder de titel Samen uniek, samen sterk! investeren we in het maximaal investeren in, en benutten van, de diversiteit onder onze medewerkers. We dienen meer dan nu het geval is, te focussen op talenten in plaats van op (al snel verouderde) diploma’s en op het continu leren en ontwikkelen van benodigde vaardigheden. En interne mobiliteit te bevorderen. Dit vraagt om een gedegen Strategische Personeels Planning (SPP) en het investeren in tools om medewerkers continu op de juiste plek in te zetten. Denk daarbij aan assessments, matchingstools, traineeprogramma’s en flexibele functie omschrijvingen. Met een focus op leren en ontwikkelen als een strategisch speerpunt. Maar ook aan het flexibeler kunnen inzetten van Fte’s binnen de organisatie, waaronder de mogelijkheid van tijdelijke detachering. En aan meer data gedreven HR werk: door continu te weten wat de aanwezige talenten zijn, wat het ontwikkelpotentieel is en wat de tevredenheid onder de medewerkers is, bijvoorbeeld. Zonder deze aanpassingen kunnen we talent verliezen en moeite hebben om nieuwe talenten aan te trekken.
De huidige tijd vraagt om strategische investeringen in HRM. Het nalaten van deze investeringen kan leiden tot verminderde innovatie, hogere verzuimcijfers en inefficiëntie in ons werk. Gezien de bovengenoemde ontwikkelingen en de krapte op de arbeidsmarkt, wil het HR team de komende jaren de expertises uitbreiden met onder meer data-analist, specialist talentontwikkeling en verzuim- en preventiecoach. Ook zal de kennis op het gebied van organisatieontwikkeling verder worden verdiept.
Het laboratorium voert onder accreditatie, veldwerk, laboratoriumonderzoek en rapportage van analyseresultaten uit voor diverse interne en externe opdrachtgevers. De interne opdrachtgevers zijn de vakgroepen: Hydrologie, Ecologie en Monitoring (HEM), Waterzuiveren, Assetbeheer, Handhaving en Flora en Fauna. Externe opdrachtgevers zijn onder andere de Provinsie Fryslân, Rijkswaterstaat, FUMO en de Friese gemeenten.
Voor deze opdrachtgevers is het laboratorium een gedegen partner en voert bemonsteringen en analyses uit die noodzakelijk zijn voor kwaliteitsmonitoring voor onder andere wettelijke verplichtingen vanuit de Kader Richtlijn Water, baggeren van de watergangen en heffingsparameters voor de waterzuiveringen. Het laboratorium speelt een centrale en onafhankelijke rol in het waterkwaliteitsbeheer, rapporteert en toetst (indien gewenst) op basis van vakinhoudelijke chemische-, microbiologische- en hydrobiologische deskundigheid betrouwbare en gevalideerde analyseresultaten.
De langjarige trend bij het laboratorium is dat de productie toeneemt en complexer wordt. Commerciële laboratoria spelen nauwelijks in op innovaties binnen het waterkwaliteitsbeheer, mogelijk vanwege complexiteit van matrices, hoeveelheid parameters, strenge (KRW-)normen, in combinatie met het geringe aantal analyses. Dit betekent dat het moeilijk is om analyses van nieuwe stoffen aan de markt over te laten. Een voorbeeld hiervan is de PFAS analyse naar aanleiding van de Jelsumer Feart problematiek.
Prestaties
De volgende prestaties zijn voor 2026 staan gepland:
Behoud van accreditatie
Het behoud van de accreditatie van het managementsysteem conform NEN-EN-ISO 17025 (en daarmee ook de erkenningen door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat) is essentieel, omdat werken zonder accreditatie wettelijk niet is toegestaan. Jaarlijks wordt het laboratorium beoordeeld door de Raad voor Accreditatie.
Efficiënte planning (laboratorium en opdrachtgevers)
In nauwe samenwerking met de opdrachtgever streeft het laboratorium naar een optimale inzet van personeel en beschikbare apparatuur. Dit wordt onder andere gemonitord door het aantal verrichtingen in relatie tot het aantal fte vast te stellen.
Doelstellingen managementdashboard
Op basis van 21 vastgestelde prestatie-indicatoren wordt het functioneren van het laboratorium gemonitord. Elke 3 maanden wordt een rapportage opgeleverd waarmee snel en adequaat actie op afwijkende prestaties uitgevoerd kunnen worden.
Innovatie (ontwikkeling analysemethodes)
Tijdig ontwikkelen van (innovatieve) analysemethodes voor de verplichte monitoring van nieuwe (prioritaire) stoffen uit de Kader Richtlijn Water en de Europese Richtlijn stedelijk afvalwater is essentieel. Voorbeelden van innovatie analysemethodes zijn eDNA/DNA metabarcoding, Non Target Screening en microplastics. Een overzicht met de te ontwikkelen analysemethodes is opgenomen in het jaarplan van het laboratorium.
Jaarlijkse evaluatie van de prestaties vindt plaats in de managementbeoordeling van het laboratorium.
Formatie en budget
De huidige formatie van het laboratorium betreft 45,5 fte en het budget voor 2026 is € 6.5 miljoen.
Binnen Wetterskip Fryslân neemt het gebruik van digitale technologieën en datagedreven oplossingen gestaag toe. Deze ontwikkeling biedt aanzienlijke kansen voor gerichte verbeteringen in onze dienstverlening en besluitvorming. Tegelijkertijd brengt dit ook grotere verantwoordelijkheden met zich mee op het gebied van privacy, transparantie en ethiek.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) verplicht overheidsinstanties om transparant te zijn over het gebruik van persoonsgegevens en biedt ingelanden en medewerkers de mogelijkheid om hun rechten op dit gebied te beschermen. Nieuwe regelgeving, zoals de AI-verordening, zorgt voor aanvullende verplichtingen die directe impact hebben op de manier waarop met persoonsgegevens wordt omgegaan.
In lijn met de gezamenlijke ambitie van de Nederlandse waterschappen streeft Wetterskip Fryslân ernaar om het volwassenheidsniveau op het gebied van privacy- en gegevensbescherming te verhogen naar niveau 4 (op een schaal van 5). Dit vraagt om structurele investeringen in kennis, bewustwording en organisatorische inzet.
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is vanaf 1 januari 2019 het basisnormenkader voor informatiebeveiliging binnen alle overheidslagen (Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen). Inmiddels zijn aanvallen van hackers met virussen, ransomware, phishing en DDoS het nieuwe normaal geworden. Eind 2022 heeft het Europees Parlement de NIS2 goedgekeurd (Netwerk- en Informatie Systemen). Doelstelling van deze nieuwe wetgeving is om de weerbaarheid tegen cyberdreigingen van de Europese lidstaten te verhogen. Waterschappen vallen onder de werking van de NIS2 en worden aangemerkt als essentiële entiteit. In Nederland is de NIS vertaald naar een nieuwe Cyberbeveiligingswet en een herziene versie van de BIO(2). De verwachting is dat die in het tweede kwartaal van 2026 in werking zullen treden. De waterschappen hebben de gezamenlijke ambitie om met de aanpak van informatiebeveiliging te groeien naar volwassenheidsniveau 4 (van 5). In de tweede helft van 2026 zal binnen de sector een externe volwassenheidsmeting worden uitgevoerd om te toetsen hoe ver de waterschappen hiermee staan.
De definitie van overhead uit artikel 1 van het BBV wordt geduid als: 'het geheel van functies gericht op de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Hiertoe behoren ook de systemen en aanverwante lasten die deze functies ondersteunen. Dit kan terug gebracht worden tot de volgende uitgangspunten, met betrekking tot het toerekenen van de overhead, voor het Wetterskip Fryslân.
- Directe kosten zoveel mogelijk direct toerekenen aan de betreffende beleidsvelden en beheerproducten.
- Ondersteunende taken zijn niet direct dienstbaar aan de externe klant of het externe product en behoren derhalve tot de overhead. Wanneer deze ondersteunende taken worden uitbesteed, behoren de uitbestedingskosten bedrijfsvoering tot de overhead (bijvoorbeeld uitbesteding salarisadministratie).
- Sturende taken vervult door hiërarchisch leidinggevenden behoren tot de overhead. De bijbehorende loonkosten behoren ondeelbaar tot de overhead.
Onderstaande tabel toont de huidige waarden van de totale overhead.
| Overhead (bedragen x € 1.000) | 2026 | 2025 | 2024 |
| Totale overheadkosten | 35.990 | 35.669 | 30.524 |
| Percentage overhead t.o.v. totale begroting (lasten) | 14,8% | 15,5% | 13,7% |
De uitgangspunten voor het financiële beleid, het financiële beheer en de inrichting van de financiële organisatie die bij verordening vastgesteld zijn door het algemeen bestuur dienen te waarborgen dat aan de eisen van rechtmatigheid, verantwoording en controle wordt voldaan (art. 108 Waterschapswet). Daarnaast stelt het algemeen bestuur volgens art. 109 van de Waterschapswet bij verordening regels vast voor de controle op het financiële beheer en op de inrichting van de financiële organisatie. Met de inwerkingtreding van de wet versterking decentrale rekenkamers dient met ingang van 2025 Wetterskip Fryslân een rechtmatigheidsverantwoording op te nemen in de jaarrekening. Dit is opgenomen in de artikelen 12 t/m 15 in de Financiële verordening.
Conform art 103 van de Waterschapswet legt het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur over elk begrotingsjaar verantwoording af over het door hem gevoerde bestuur, onder overlegging van de jaarrekening (inclusief de rechtmatigheidsverantwoording) en het jaarverslag.
De jaarrekening inclusief rechtmatigheidsverantwoording dienen rechtmatig tot stand gekomen te zijn. Het gaat hierbij om financiële rechtmatigheid.
De drie specifieke rechtmatigheidscriteria, zijnde het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het misbruik- en oneigenlijk gebruik-criterium (M&O-criterium) komen tot uitdrukking in de rechtmatigheidsverantwoording die vanaf het boekjaar 2025 door het dagelijks bestuur afgegeven dient te worden.
In 2024 zijn de lokale regelgeving en beleid in lijn gebracht met de landelijke wetgeving die per 1-1-2025 van kracht is. In 2025 gaan we onze processen en systemen inrichten en bijstellen in lijn met de nieuwe wet- en regelgeving. In ons controleplan Verbijzonderde Interne Controle (VIC) beschrijven we welke controles we uitvoeren en hoe we vroegtijdig onrechtmatigheden kunnen identificeren en ondervangen. We stemmen ons beleid en onze processen af met onze accountant en laten deze toetsen om vast te stellen of we op goede weg zijn.
Wij hebben een aantal taken ondergebracht in samenwerkingsverbanden waarin meerdere waterschappen en/of andere instellingen participeren. Het gaat hier om deelnemingen in vennootschappen, gemeenschappelijke regelingen en stichtingen. De samenwerkingsvormen duiden we aan met het begrip 'verbonden partijen'. Hieronder verstaan we een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin het waterschap een bestuurlijk en een financieel belang heeft.
Met bestuurlijk belang bedoelen we: het waterschap heeft zeggenschap door vertegenwoordiging in het bestuur of door stemrecht.
Onder financieel belang verstaan we: het bedrag dat ter beschikking is gesteld en dat niet verhaalbaar is of waarvoor aansprakelijkheid bestaat als de verbonden partij failliet gaat of haar verplichtingen niet nakomt.
We werken op vele manieren samen met andere organisaties. We verwachten op deze manier meer rendement voor onszelf en de Mienskip te behalen. Eén van deze samenwerkingsvormen is het deelnemen aan verbonden partijen. Deze vorm van samenwerking vraagt om een goede balans van bevoegdheden, verantwoordelijkheden en verantwoording.
Wanneer de vraag opkomt of het wenselijk is een samenwerking aan te gaan, om op deze manier een taak van het waterschap op afstand te organiseren, vraagt dit een goede afweging.
Onderstaande uitgangspunten zijn van toepassing bij het maken van een afweging over het al dan niet toetreden tot een verbonden partij en de inrichting ervan:
1. Er worden alleen activiteiten overgedragen aan een verbonden partij als deze zich hiervoor lenen.
2. Voor samenwerking in een verbonden partij wordt de best passende bestuurlijke, organisatorische en juridische vorm gekozen. De keuze tussen een publiek- of privaatrechtelijke samenwerking wordt per geval gemaakt. Er wordt gekozen voor een samenwerkingsvorm die zo eenvoudig mogelijk is.
3. Bij besluitvorming over samenwerking in een verbonden partij wordt naast een voorstel voor de rechtsvorm, ook aandacht besteed aan risico’s en beheersmaatregelen, governance, informatievoorziening en evaluatiemomenten en een exit-strategie.
Het waterschap kan invloed uitoefenen met:
Sinds 1 juli 2022 is de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) gewijzigd. Deze wijziging heeft als doel om de positie, de besluitvorming en de controlerende rol van het waterschap te versterken.
Wij wenden onze invloed aan als het gaat om sturing op onder andere financiën, risico’s en toekomstvisie. Het zijn vormen van verlengd lokaal bestuur. Hierdoor is de directe invloed per definitie beperkt. Bij een meerderheid voor een voorstel zal de minderheid zich moeten schikken. De democratische controle op de verbonden partijen ligt bij het algemeen bestuur. Leden van het dagelijks bestuur die deel uitmaken van een bestuur van een verbonden partij, leggen verantwoording af aan het algemeen bestuur.
| Rechtsvorm | Besloten vennootschap B.V. |
| Deelnemende partijen | Wetterskip Fryslân (100%) |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | De activiteiten van de holding bestaan met name uit het deelnemen in, zich financieel interesseren in, toezicht uitoefenen op en het bestuur voeren uitsluitend voor andere ondernemeningen en vennootschappen met bepaalde doelen. De holding neemt deel in de Voorzuivering afvalwater Workum V.O.F. (50%); Grienskip B.V. (50%); Ballumerbocht Ameland B.V. (33,33%) en Nij Hiddum-Houw B.V. (50%). |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Toezicht uitoefenen op het bestuur van de dochterondernemingen van Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V.. |
| Prestaties | Zie toelichting bij de Voorzuivering Workum V.O.F. , Grienskip B.V., Ballumerbocht Ameland B.V. en Nij Hiddum-Houw B.V.. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2023 bedraagt op basis van de enkelvoudige jaarrekening het: Eigen vermogen € 1.064.263; |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
Het bestuur van de organisatie wordt gevormd door de concerncontroller en de opgavemanager Assetmanagement van Wetterskip Fryslân. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Wetterskip Fryslân is 100% aandeelhouder van Wetterskip Deelnemingen B.V.. |
| Risico’s | Zie toelichting bij de voorzuivering Workum V.O.F., Grienskip B.V. , Ballumerbocht B.V. en Nij Hiddum-Houw B.V.. |
| Exit strategie | N.v.t.. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Op 15 februari 2022 heeft het algemeen bestuur het beleidskader verbonden partijen vastgesteld op basis waarvan de afweging kan worden gemaakt om wel of niet samen te werken via een verbonden partij. Hetzij via een privaatrechtelijke deelneming, een publiekrechtelijke samenwerking via een gemeenschappelijke regeling of een publieke private samenwerking. |
| Rechtsvorm | Vennootschap onder Firma |
| Deelnemende partijen | Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V. Friesland Campina |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) |
Een duurzame en doelmatige werking van de waterketen. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij |
Een doelmatige werking van RWZI Workum. |
| Prestaties |
Het komende jaar gaan we een meerjaren investeringsbegroting opstellen. Hiermee willen we ook voor de komende jaren duidelijk krijgen welke investeringen noodzakelijk zijn voor een toekomstbestendige VZW (Voorzuivering Zuivelafvalwater Workum). |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2023 bedraagt het: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
De dijkgraaf is bestuurlijk betrokken vanuit ons waterschap en de directie vanuit Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V.. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
|
| Risico’s |
Indien de VZW de operationele doelen niet haalt heeft dit mogelijk gevolgen voor de doelmatige werking van rwzi Workum en daarmee op de lozingen van de rwzi op het oppervlaktewater. Het niet functioneren van de samenwerking kan leiden tot milieuschade en hogere kosten voor de bedrijfsvoering van de eigen rwzi. Beëindiging van de samenwerking geeft op langere termijn een extra investeringsopgave voor één van beide deelnemers en kan afhaken/verlies van belastingopbrengsten van een grote lozer met zich meebrengen. |
| Exit strategie |
Er zijn in de oprichtingsovereenkomst afspraken gemaakt over ontbindingsvoorwaarden. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
Voor de VZW (Voorzuivering Zuivelafvalwater Workum) is een Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) opgesteld en geïmplementeerd. Geconcludeerd is dat ook het belangrijkste onderdeel van de VZW, de flotatie-unit, nog in goede staat is en niet op korte termijn vervangen hoeft te worden. De onderhoudskosten zijn daardoor voor de komende jaren stabiel. |
| Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
| Deelnemende partijen | Caparis NV, N.V. Empatec, Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) |
Het bevorderen van arbeidsparticipatie voor mensen met achterstand op de arbeidsmarkt. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij |
Doel is het uitvoeren van groenonderhoud in het beheergebied van Wetterskip Fryslân en invulling geven aan de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de organisatie door dit werk te laten verrichten door mensen met achterstand op de arbeidsmarkt. |
| Prestaties |
Het jaarlijks conform dienstverleningsovereenkomst uitvoeren van het groen onderhoud, de distelbestrijding en exoten bestrijding in het beheergebied van Wetterskip Fryslân. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
|
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
|
| Risico’s |
Er bestaat een beperkt operationeel risico voor Wetterskip Fryslân als Grienskip het groenonderhoud niet conform afspraken uitvoert. Wetterskip Fryslân is daarnaast mede risicodrager voor mogelijke verliezen van de onderneming. |
| Exit strategie |
Er zijn in de oprichtingsakte afspraken gemaakt over ontbindingsvoorwaarden. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
Grienskip gaat de mogelijke samenwerking met andere overheidspartijen onderzoeken. |
| Rechtsvorm |
Besloten Vennootschap |
| Deelnemende partijen | Gemeente Ameland, Amelander Energie Coöperatie en Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | Het realiseren van een slim en toekomstbestendig energiesysteem voor Ameland. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Wetterskip Fryslân wil met de deelname de energie voor de waterschapstaken op Ameland duurzaam opwekken. |
| Prestaties | Er dient voor het aantrekken van het vreemd vermogen een sluitende businesscase te zijn. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Het door Wetterskip Fryslân ingebrachte vermogen, door een kapitaalstoring voor de aandelen, bedraagt € 100.000. Er is op dit moment nog geen vreemd vermogen aangetrokken voor de realisatie van het energiepark. Per 31-12-2024 bedraagt het: Eigen vermogen € 274.459; Balanstotaal € 282.922; Resultaat na belastingen -/- € 9.168. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Het bestuur van de organisatie wordt gevormd door vertegenwoordigers van de drie aandeelhouders. Eén daarvan is een manager van Wetterskip Fryslân. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Wetterskip Fryslân heeft met een kapitaalstoring van € 100.000 een belang van 33,3% in de onderneming. |
| Risico’s |
In de realisatie van het project zijn er risico's op het gebied van vergunningen, technische problemen en netcongestie problematiek. In de uitvoeringsfase en de exploitatiefase van het park zijn we mede risicodrager van de B.V.. |
| Exit strategie | In de oprichtingsakte zijn ontbindingsvoorwaarden opgesteld voor de deelnemende partijen. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Indien Wetterskip Fryslân samen met de Gemeente Ameland garant staan, kan de B.V. onder gunstigere voorwaarden vreemd vermogen aantrekken. |
| Rechtsvorm | Besloten Vennootschap |
| Deelnemende partijen | Gemeente Súdwest-Fryslân en Wetterskip Fryslân Deelnemingen B.V. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | Het opwekken en verkopen van groene stroom. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Wetterskip Fryslân wil met de deelname de energie voor de waterschapstaken op duurzaam opwekken en daarmee voldoen aan de ambitie om in 2030 klimaat neutraal te zijn. |
| Prestaties | Opwekken van groene stroom. |
| Financiële situatie verbonden partij | Het door WF ingebrachte vermogen, door een kapitaalstoring voor de aandelen, bedraagt € 4.792.715. Tevens heeft de BV een langlopende lening bij de NWB voor een nominaal bedrag van € 27 miljoen waar de beide aandeelhouders garant staan. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Het bestuur van de organisatie wordt gevormd door twee vertegenwoordigers van de deelnemende partijen. Eén daarvan is een manager van Wetterskip Fryslân. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
Wetterskip Fryslân heeft met een kapitaalstoring van € 4.792.715 een belang van 50% in de onderneming. Ultimo 2024 bedroeg het eigen vermogen van de BV € 2.402.673. Het balanstotaal bedroeg € 33.885.864. |
| Risico’s | Door sterk wisselende stroomprijzen kunnen de opbrengsten fluctueren en daarmee kan de dividendopbrengst per jaar wisselen. |
| Exit strategie | In de overeenkomsten zijn voorwaarden opgesteld voor de deelnemende partijen onder welke condities de aandelen kunnen worden verkocht. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
| Rechtsvorm | Gemeenschappelijke Regeling |
| Deelnemende partijen | Wetterskip Fryslân, Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa's en gemeente Groningen |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) |
Het Noordelijk Belastingkantoor wil door de bundeling van kennis en tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten de lokale overheden vernieuwend en efficiënt ondersteunen bij de uitvoering van hun belastingtaken, nu en in de toekomst. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij |
Wetterskip Fryslân is uit overwegingen van kwaliteit, continuïteit en efficiency toegetreden tot de Gemeenschappelijke Regeling. Het Noordelijk Belastingkantoor verzorgt voor de deelnemers de heffing en invordering van de waterschapsbelasting en gemeentelijke belastingen. Dit specialistische werk kan beter vanuit een gespecialiseerde organisatie plaatsvinden. |
| Prestaties |
De op te leveren producten en prestaties zijn vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA). Deze SLA is in 2022 herzien en deze gewijzigde SLA is op 1 januari 2023 in werking getreden. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: Eigen vermogen € 0; In 2025 bedraagt het begrotingstotaal € 16.291.500. In 2026 bedraagt de concept-begroting € 17.151.150. De vaststelling van de begroting 2026 vindt plaats in september 2025. In 2024 was de bijdrage van Wetterskip Fryslan € 4.151.258. Dit was 27,2% van het totaal. In 2025 draagt Wetterskip Fryslan € 4.568.971 bij. Dit is 26,6% van het totaal. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
Een lid van het dagelijks bestuur van Wetterskip Fryslân heeft zitting in het bestuur. Elke deelnemer heeft één afgevaardigde in het bestuur met een gelijke stem. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
Bij de oprichting van het Noordelijk Belastingkantoor zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de kosten worden verdeeld aan de deelnemers. De bijdrage van Wetterskip Fryslân in de realisatie van 2023 was € 3.651.431. Dit was 27,0% van het totaal. |
| Risico’s |
Als de doelen niet worden gehaald worden er geen aanslagen verzonden en ingevorderd. Dit betekent dat Wetterskip Fryslân geen financiële middelen ontvangt. Omdat het waterschap voor de inkomsten bijna 100% afhankelijk is van de waterschapsbelastingen beloopt het financieel risico de begrote opbrengst belastingen. Voor 2025 is de netto belastingopbrengst geraamd op een bedrag van € 211.978.903. Als het waterschap geen geld ontvangst kan de uitvoering van de wettelijke taken in het geding komen. Dit kan in het uiterste geval leiden tot schadeclaims in verband met wateroverlast-/tekort en lozing van ongezuiverd water. |
| Exit strategie |
De regeling is met ingang van 1 januari 2018 in werking getreden en is voor onbepaalde tijd getroffen. Gedurende vijf jaar na de datum van toetreding tot de regeling is uittreding niet mogelijk. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
Door het Noordelijk Belastingkantoor is actief bezig om de diensten op het gebied van belastingen voor steeds meer gemeenten uit te voeren. Door deze uitbreiding worden de vaste kosten verdeeld over meer overheden waardoor de kosten per deelnemer dalen. |
| Rechtsvorm | Publieke rechtspersoon |
| Deelnemende partijen | Alle waterschappen, Rijkswaterstaat, provincies. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | Het Waterschapshuis (hWh) is een gemeenschappelijke regeling waarin de waterschappen een deel van hun activiteiten met betrekking tot de gegevenshuishouding en informatievoorziening hebben samengebracht. Binnen het Waterschapshuis zijn twee afzonderlijke onderdelen opgezet waarin de collectieve en facultatieve taken zijn ondergebracht. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij |
Het Waterschapshuis bevordert dat waterschappen samenwerken aan het datagedreven waterschap van de toekomst om gezamenlijk voordeel te behalen. Zij vervult de wensen van waterschappen, inventariseert of er samenwerking mogelijk is en vindt oplossingen voor problemen. |
| Prestaties | De te leveren prestaties door hWh worden vastgelegd in een DVO (dienstverleningsovereenkomst). Per dienst/prestatie wordt een DVO opgesteld en deze wordt ter begroting gebracht. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: In 2025 bedraagt het (geactualiseerde) begrotingstotaal € 43.383.135 inclusief btw. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
Dhr. Frank Jorna is lid van het algemeen bestuur. Hij heeft daar 1 stem van de in totaal 21 stemmen. Daarmee kan invloed worden uitgeoefend op de begroting en het algemeen te voeren beleid van hWh. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Op basis van de geactualiseerde begroting 2025 is de bijdrage van Wetterskip Fryslân in de realisatie € 1.716.165 inclusief btw. |
| Risico’s | Wetterskip Fryslân loopt een beperkt risico op het moment dat hWh zijn doelen niet behaalt. Sturing op het behalen van de doelen is geregeld via de reguliere P&C cyclus. Daar waar het behalen van doelstellingen financieel uit de pas lopen, loopt WF het risico dat er geen dekking is in de eigen begroting. Dit risico wordt beperkt, omdat de P&C cyclus hWh is afgestemd op de interne P&C cyclus bij WF. |
| Exit strategie | In de vastgestelde gemeenschappelijke regeling Het Waterschapshuis, d.d. 1-4-2017, is in artikel 45 vastgelegd op welke wijze een deelnemende partij kan uittreden. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
hWh is ingericht als uitvoeringsorganisatie. De toename van complexiteit door andere maatschappelijke verwachtingen, (Europese) wetgeving en bestuurlijke afspraken zorgt voor een andere behoefte richting hWh. De strategienota Digitale transformatie is vastgesteld en bijbehorende aanpassingen zijn geïmplementeerd en wordt verder doorontwikkeld. |
| Rechtsvorm | Gemeenschappelijke Regeling |
| Deelnemende partijen | Friese gemeenten, provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | De FUMO voert de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving (VTH) uit voor alle Friese gemeenten en de provincie. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | FUMO voert volledig en zelfstandig het toezicht en de handhaving op de indirecte lozingen uit. De vakgroep Handhaving van Wetterskip Fryslân adviseert en ondersteund hierbij. Wetterskip Fryslân doet dit om de doelmatige werking van de 27 rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI’s) van het Wetterskip te beschermen. Het gaat hierbij met name om de grotere indirecte lozingen. Zoals beschreven in het Uitvoeringsprogramma indirecte lozingen FUMO 2023. |
| Prestaties | Kwalitatief hoogstaand toezicht en handhaving op indirecte lozingen. Verlenen van Omgevingswetvergunningen met daarin opgenomen het overgenomen advies van Wetterskip Fryslân. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Mw. M. Plantinga is DB lid bij de FUMO. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Wij betalen jaarlijks € 56.571 voor de dienstverlening van de FUMO ten behoeve van Wetterskip Fryslân. |
| Risico’s | N.v.t.. |
| Exit strategie | N.v.t.. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | N.v.t.. |
| Rechtsvorm | Naamloze vennootschap |
| Deelnemende partijen | De aandeelhouders. 21 waterschappen, 9 provincies en Rijksoverheid |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) |
Verstrekken van financiering in de breedste zin aan overheden en semi-overheden. De Nederlandse Waterschapsbank (NWB Bank) is een bank van en voor de publieke sector met bijzondere aandacht voor water en duurzaamheid. Met de AAA/Aaa-ratings trekken ze op een goedkope en duurzame manier geld aan voor de klanten. Zo blijven de lasten voor burgers laag en de verduurzaming betaalbaar. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Vanuit het verleden is het waterschap aandeelhouder geworden. Voor de financiering van de vele investeringen door het waterschap moet geld worden geleend. De Nederlandse Waterschapsbank is hiervoor een zeer geschikte partner waardoor de rentekosten voor Wetterskip Fryslân op een laag niveau kunnen worden gehouden. |
| Prestaties |
Er zijn geen specifieke prestaties met de bank gemaakt. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: Eigen vermogen € 2.094.000.000; Balanstotaal € 8.768.000.000;; (Totaal)resultaat na belastingen € 94.000.000. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
Op basis van het aandeelhouderschap is het waterschap gerechtigd om de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering te bezoeken. Hier kan mee worden gestemd over het beleid van de bank. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
Het waterschap heeft een belang van ongeveer € 426.500 (3.309 aandelen A en 100 aandelen B) in de Nederlandse Waterschapbank, wat overeen komt met een percentage van 4,4% van het totale aandelenkapitaal. Jaarlijks wordt een bedrag van circa € 2,9 miljoen aan dividend ontvangen. |
| Risico’s |
Als de Nederlandse Waterschapbank niet kan voldoen aan de diverse financiële ratio's kan worden besloten om geen dividend uit te keren. Dit zou voor Wetterskip Fryslân een financieel nadeel opleveren. |
| Exit strategie |
Er zijn geen afspraken gemaakt over beëindiging van de deelneming. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Er zijn op dit moment geen ontwikkelingen die invloed hebben op doel en bestaan van de verbonden partij. |
| Rechtsvorm | Vereniging |
| Deelnemende partijen | Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa's, Waterbedrijf Groningen, WMD water en Wetterskip Fryslân |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | Het bundelen van onderzoeksactiviteiten in de waterketen. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij |
Inhoudelijke samenwerking met andere water gerelateerde organisaties in het uitvoeren van waterketen onderzoeken in het noorden van Nederland. |
| Prestaties | Er zijn geen specifieke prestatie afspraken gemaakt met de vereniging. De onderzoeksresultaten worden intern gedeeld. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2023 bedraagt het |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân |
Wetterskip Fryslân is ambtelijk in het bestuur van de vereniging vertegenwoordigd. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân |
Wetterskip Fryslân draagt financieel bij in het lidmaatschap van de vereniging en in de financiering van de uit te voeren onderzoeken. |
| Risico’s |
Het risico voor Wetterskip Fryslân in deze verenigingsdeelname is zeer beperkt. |
| Exit strategie |
Er zijn geen afspraken gemaakt over de voorwaarden van beëindiging van het lidmaatschap van de vereniging. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden |
Geen bestuurlijk relevante ontwikkelingen. |
| Rechtsvorm | Het CEW is een stichting zonder winstoogmerk. |
| Deelnemende partijen | De founding partners zijn: Van Hall Larenstein; NHL Stenden; Wetsus; Vitens; WLN; Wetterskip Fryslân; Well, PBT |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | Het Centre of Expertise Water Technology (CEW) is hét kennis- en innovatiecentrum voor toegepast onderzoek en productontwikkeling op het gebied van watertechnologie. Het CEW bundelt expertise van onderwijs, onderzoek, overheden en ondernemingen. Wij zijn uw partner op het gebied van toegepast onderzoek, productontwikkeling en onderzoeksfaciliteiten. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Wetterskip Fryslân is als eindgebruiker van technologie afhankelijk van de innovatiekracht die er is bij het MKB-bedrijf. Het MKB wordt hierbij geholpen door het CEW, enerzijds door het onderwijs en de hier opgeleide studenten te verbinden aan het bedrijfsleven. Anderzijds krijgt het MBK toegang tot ontwikkel subsidies via het CEW. Wetterskip Fryslân ondersteunt dit graag. |
| Prestaties |
In 2022 zijn er (mondelinge) afspraken gemaakt met het CEW over het opleiden van net of bijna afgestudeerde zuiveringstechnologen in de dagelijkse praktijk. In 2023 werd de samenwerkingsovereenkomst uit 2012 geactualiseerd tot een nieuwe overeenkomst. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2021 bedraagt het: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Bestuurlijke vertegenwoordiging mw. L. Kroon. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | 2012 t/m 2017 € 50.000 per jaar in-kind. De overeenkomst is tot op heden steeds met een jaar verlengd, waarbij de in-kind bijdrage is afgebouwd. |
| Risico’s | Geen |
| Exit strategie | Het contract is sinds 2017 per jaar opzegbaar. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe overeenkomst. |
| Rechtsvorm | Vereniging (overkoepelend) |
| Deelnemende partijen | Alle 21 waterschappen. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | De Unie van Waterschappen vertegenwoordigt de waterschappen in het nationale en internationale speelveld, behartigt de belangen van de waterschappen en stimuleert kennisuitwisseling en samenwerking. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Het doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan deze verbonden partij is dat de Unie van Waterschappen als onze koepelorganisatie namens de 21 waterschappen haar belangen behartigt bij de Rijksoverheid en in Europa; door onze krachten als waterschappen te bundelen zijn wij in het nationale en internationale krachtenveld een steviger bestuurslaag. |
| Prestaties | In zijn algemeenheid behartigt de Unie van Waterschappen de belangen van de waterschappen in Den Haag en Brussel en zorgt zij voor kennis- en ervaringsuitwisseling tussen de waterschappen. De concrete plannen van de Unie van Waterschappen voor een bepaald jaar zijn opgenomen in de begroting, die binnen de vereniging wordt behandeld en uiteindelijk door de Ledenvergadering wordt vastgesteld. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Per 31-12-2024 bedraagt het: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Ieder Dagelijks Bestuur (DB)-lid van Wetterskip Fryslân is voor zijn/ haar portefeuille betrokken bij werkgroepen van de Unie. De invloed, op bijvoorbeeld de stemverdeling, is voor alle andere 21 leden (waterschappen) gelijk. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Wetterskip Fryslân betaalde in 2024 € 642.000 contributie. Daarnaast betaalde Wetterskip verschillende bijdragen. |
| Risico’s |
De Unie van Waterschappen doet haar best om de 21 waterschappen zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Daarbij worden er natuurlijk geen garanties gegeven. Veel hangt af van de diverse belangen die er spelen, zoals de positie van de waterschappen in het betreffende beleidsveld waarover onderhandeld wordt. |
| Exit strategie | De statuten van de Unie van Waterschappen bepalen de procedure die een waterschap moet doorlopen om zijn lidmaatschap van de vereniging op te zeggen. Dezelfde staturen bevatten de procedure voor een eventuele ontbinding van de vereniging als geheel. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Bestuurlijk relevant om te weten is welke nieuwe wetgeving er in de pijplijn zit; welke inspanningen en kosten dat voor een waterschap met zich mee zou kunnen brengen; welke mogelijke subsidiestromen er aangeboord kunnen worden; welke issues er spelen in de koepel overleggen tussen de Unie van Waterschappen, het VNG en het IPO en tussen genoemde koepelorganisaties en het Rijk. |
| Rechtsvorm | STOWA is een stichting met een stichtingsbestuur. |
| Deelnemende partijen | Het bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van de in STOWA deelnemende partijen: waterschappen, provincies en het Rijk. |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | STOWA ontwikkelt, vergaart, verspreidt en implementeert toegepaste kennis die de waterbeheerders nodig hebben om de opgaven waar zij in hun werk voor staan, goed uit te voeren. Deze kennis kan liggen op toegepast technisch, natuurwetenschappelijk, bestuurlijk-juridisch of sociaalwetenschappelijk gebied. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Toegang hebben tot de kennis die wij als waterbeheerder nodig hebben om de opgaven waar wij in ons werk voor staan, goed uit te kunnen voeren. |
| Prestaties |
|
| Financiële situatie verbonden partij |
Jaarrekening 2023: Realisatie 2023: € 21,9 miljoen besteed aan onderzoek en ontwikkeling. |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Wetterskip Fryslân is ambtelijk vertegenwoordigd in de programmacommissies Waterketen en Waterkeren. Wetterskip Fryslân is bestuurlijk vertegenwoordigd in het bestuur. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | Jaarlijkse deelnemersbijdrage van € 456.000. |
| Risico’s | Geen |
| Exit strategie | Er liggen geen concrete afspraken. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Er zijn geen bijzonderheden en/ of ontwikkelingen. |
| Rechtsvorm | Coöperatie |
| Deelnemende partijen | Alle Friese gemeenten, provincie Fryslân, Wetterskip Fryslân |
| Doel verbonden partij (openbaar belang) | OVEF is oorspronkelijk opgericht ten behoeve van het als Friese overheden gezamenlijk kunnen beheren van de openbare verlichting in Fryslân. Daarnaast beheert OVEF de openbare laadpalen in Friesland. Sinds 2024 is OVEF energieleverancier voor haar eigen leden en afnemers. |
| Doel dat Wetterskip Fryslân nastreeft met deelname aan verbonden partij | Eigen en regionaal duurzaam opgewekte electriciteit doorleveren aan onze eigen assets en andere afnemers binnen Friesland. |
| Prestaties | Met ingang van 1-1-2024 is OVEF de energy service provider (ESP) voor inkoop van electriciteit door middel van zelflevering. |
| Financiële situatie verbonden partij |
Kerncijfers zijn onder meer: |
| Bestuurlijke betrokkenheid Wetterskip Fryslân | Wetterskip Fryslân is lid van de coöperatie. De portefeuillehouder waterketen vertegenwoordigt onze organisatie in de algemene ledenvergadering. |
| Financieel belang Wetterskip Fryslân | |
| Risico’s | N.v.t.. |
| Exit strategie | Deze is in ontwikkeling. |
| Ontwikkelingen/bijzonderheden | Er is een statutenwijziging in ontwikkeling, die in 2025 door de deelnemende partijen bekrachtigd moet gaan worden. Deze wijziging speelt in op de ontwikkelingen in de energiemarkt en moet de bestuurlijke vertegenwoordiging koppelen aan het (financieel) belang dat de individuele lokale overheid heeft in de OVEF. |
Wet open overheid
De Wet open overheid (Woo) regelt het recht op informatie over alles wat de overheid doet. De Woo moet ervoor zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is. Artikel 3.5 van de Woo schrijft voor dat een bestuursorgaan in de jaarlijkse begroting aandacht besteedt aan de beleidsvoornemens wat betreft de uitvoering van de Woo.
Wat gaan we doen in 2026?
In 2026 gaan we verder met de bewustwordingscampagne voor medewerkers. We gaan tevens aan de slag met het actief openbaar maken van de informatiecategorieën die landelijk aangewezen worden om als eerste op te pakken. Tot slot kijken we naar software die ons kan helpen om het publicatieproces van de informatiecategorieën efficiënter in te richten.