Programma Waterveiligheid

Strategisch doel

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Strategisch doel

We beschermen Fryslân en een deel van het Groninger Westerkwartier tegen hoogwater vanuit zee en IJsselmeer. We houden rekening met het risico op overstromingen en klimaatverandering. Dit als uitvloeisel van de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's en onze, daarmee samenhangende, wettelijke zorgplicht. We beheren en onderhouden hiervoor circa 200 kilometer aan zeedijken op het vasteland langs IJsselmeer en Waddenzee, en - eilanden. 

Daarnaast beschermen we steden, dorpen, polders en gebieden tegen wateroverlast vanuit de boezem. De circa 3100 kilometer aan regionale keringen moeten bestand zijn tegen tijdelijk hogere waterstanden en droogte. Verder zijn er circa 800 kilometer aan lokale keringen die polders en gebieden beschermen tegen wateroverlast vanuit de boezem, tussenboezems en deelsystemen. 

Vanuit de wettelijke zorgplicht rapporteren we in de volle breedte over de primaire keringen voor alle facetten van de waterveiligheid.

 

Portefeuillehouder(s): Frank Jorna
Betrokken verbonden partijen: N.v.t.

Ambitie

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Ambitie

Jaarlijks voeren we ons beheer en onderhoud zorgvuldig uit. In een doorlopende cyclus toetsen we of onze waterkeringen nog sterk en hoog genoeg zijn. Daar waar onze primaire waterkeringen niet voldoen aan de veiligheidseisen, programmeren we versterkingen zodat ze voor 2050 aan de landelijke norm voldoen. We kijken hierbij niet alleen naar de dijk maar nemen ook landschap, de flora en fauna, en belangen van onder meer landbouw en leefbaarheid mee.
Omdat de klimaatadaptatie feitelijk een continue proces is wat ook na 2050 doorgaat, werken we ook aan een passende ruimtelijke inrichting van de kust.

Belangrijke drager voor dijkversterkingen is het landelijke Hoogwaterbeschermingsprogramma. Ook zoeken we actief aansluiting bij andere landelijke- en Europese programma’s om de benodigde investeringen en maatregelen mogelijk te maken. 

Prestatie indicatoren

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Prestatie indicatoren

Door middel van meetbare grootheden geven we aan hoe goed, of hoe ver we zijn met het behalen van de doelstellingen. Ze geven de voortgang, kwaliteit en effectiviteit van beleid, projecten of programma’s aan. De volgende kritieke prestatie indicatoren (KPI’s) zijn voor 2026 opgenomen:

Nr.

KPI

Doelstelling

Meetwaarde

SDG's

1.

Totaalscore zorgplicht

We beheersen alle aspecten van de wettelijke zorgplicht voldoende; zie hiervoor de Rapportage Zorgplicht die we jaarlijks voorleggen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport. De gekozen normering KPI voor 2026 is indicatief (waarden variëren tussen de 1 en 3).

- Tussen de 1,5 - 2,0
- Geen waarden groter dan 2,5

SDG 11, 
SDG 13

2.

% dijken op sterkte

De zeedijken zijn tijdig op voldoende sterkte; geredeneerd vanuit de landelijke normering.

- 100% dijken in 2050 op sterkte

SDG 11,
SDG 13 

3.

% regionale waterkering versterkt

De regionale waterkeringen voldoen aan de regionale normering waterveiligheid.

- 60 kilometer versterkte kilometers in 2026 en 2027 van de nog resterende opgave
- opgave uit beoordeling regionale waterkeringen 2025 wordt in 2026 gepland (uitvoering vanaf 2028)

SDG 11, SDG 13

4.

% risicogericht onderhoud door inspecties regionale en lokale keringen op orde

Jaarlijks wordt er een inspectie van regionale waterkeringen en 2-jaarlijks een inspectie van lokale waterkeringen uitgevoerd. Er wordt risicogericht geprioriteerd op welke keringen voor 1 oktober (groot-) onderhoud wordt gepleegd.
Specifieke prestaties:
- Al het planmatig onderhoud is uitgevoerd:
- Er is een gesloten doorwortelde grasmat met weinig distels/brandnetels en minimale graafschade.
- Bij de verharde glooiingen zijn de voegen goed gevuld ontbrekende elementen zijn aangevuld en opschot is verwijderd.
- Afrasteringen zijn schapenkerend, poorten en klaphekjes functioneren en borden en zijn leesbaar en schoon.

100% risicovolle regionale en lokale keringen door jaarlijkse inspecties en onderhoud hersteld.

 

Onderhoud 0 (nee) of 1 (ja)

SDG 11,
SDG 13

 

Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen?

Jaarlijks uitvoeren van het beheer en onderhoud in het kader van wettelijke zorgplicht

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? - Jaarlijks uitvoeren van het beheer en onderhoud in het kader van wettelijke zorgplicht

We zorgen goed voor onze dijken en keringen. 

We inspecteren, onderhouden en beheren onze dijken (primaire keringen) conform onze zorgplicht. Het sluitstuk van deze jaarlijkse  cyclus van de inspectie, onderhoud en toetsing leidt in oktober tot het memo 'Klaar voor stormseizoen'.  De memo informeert het bestuur of de primaire keringen veilig zijn voor het stormseizoen en of de organisatie goed toegerust is om hoog water het hoofd te bieden. Deze memo geeft een overzicht van: het uitgevoerde onderhoud, het testen van sluitingsprotocollen, de actualisatie van hoogwaterplannen en de calamiteitenoefeningen.  Om dit zo efficiënt mogelijk te doen passen we assetmanagement toe. Dit betekent dat we voor alle keuzes kosten, prestaties en risico's zo goed mogelijk tegen elkaar afwegen. 

Het onderhoud aan de dijk is onderverdeeld in de volgende categorieën: instandhouding grasmat, afvoeren vloedmerk, onderhoud verharde glooiingen, onderhoud dijkmeubilair, onderhoud van de dijkvaarten en wegen/opritten. Voorbeelden van uit te voeren onderhoud zijn: steenslag aanvullen in de steenzettingen, veeroosters schoonmaken, drainages doorspuiten, distels steken, het gras maaien, scheuren in het asfalt vullen,  ongewenste begroeiing verwijderen, hekwerken vervangen, dijksloten baggeren, vloedmerk verwijderen, etc. 

We werken volgens de wettelijke zorgplicht

Veel van het werk in de jaarlijkse cyclus vindt achter de schermen plaats. Als waterschap hebben we de wettelijke verplichting om goed te zorgen voor onze dijken, zodat deze voldoen aan de veiligheidseisen. De Inspectie Leefomgeving en Transport toetst ons hierop. Voor de zorgplicht gebruiken we een uitgebreid dashboard waarmee we kunnen aantonen dat we als organisatie alle facetten van de zorg goed hebben georganiseerd en belegd; en dat we dit consequent en vakkundig doen. Het gaat dan onder meer om inspecties en het uitvoeren van het jaarlijks onderhoud. We rapporteren hier jaarlijks over aan het bestuur via de Rapportage Zorgplicht. En we worden hierop getoetst door de Inspectie Leefomgeving en Transport; zij zijn de wettelijke toezichthouder.

We beoordelen de kwaliteit van de dijken

We willen op de hoogte zijn van de conditie waarin onze dijken en keringen verkeren. De Omgevingswet vereist van ons dat we continu inzicht hebben in de overstromingsrisico's van de primaire waterkeringen. Als beheerder beoordelen we daarom of onze dijken voldoen aan de wettelijke veiligheidsnormen. Elke 12 jaar voeren we opnieuw een beoordeling uit. Dit doen we op basis van de rekenmodellen die landelijk door het Rijk worden gemaakt. In 2023 is de tweede beoordelingscyclus gestart, die loopt tot 2035. De verschillende dijktrajecten zijn verdeeld over de looptijd van deze beoordeling (2023-2035). In 2026 wordt het bestuur de beoordeling van het dijktraject tussen Stavoren en de Afsluitdijk voorgelegd. 

We krijgen de zandige keringen op de eilanden overgedragen

De uitwerking van de overdracht van de zandige keringen op de eilanden zal in 2026 worden voorgelegd aan het algemeen bestuur. Voor ons gaat het om de kering (dijk en duin) op Vlieland, de zandige kering Terschelling en de duinwaterkering Ameland. 

Zorgen voor de versterking van primaire keringen

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? - Zorgen voor de versterking van primaire keringen

We maken ons sterk voor een solide landelijke programmering van onze primaire keringen (portfolio)

In 2050 moeten alle primaire keringen in heel Nederland voldoen aan de nieuwe veiligheidsnormen. Om dit te bereiken werken alle waterschappen en Rijkswaterstaat samen in het landelijke ‘Hoogwaterbeschermingsprogramma’ (HWBP). In heel Nederland hebben we circa 3.500 kilometer aan dijken en circa 500 sluizen en gemalen. In ons beheergebied hebben we ongeveer 220 kilometer aan primaire keringen. Periodiek wordt beoordeeld of de dijken nog aan de veiligheidsnorm voldoet. Een deel is veilig genoeg en hoeft niet versterkt te worden, omdat deze nog voldoende veiligheid bieden. Maar er is ook een deel dat wel versterkt moet worden. Onze versterkingsopgave voor de komende jaren is vastgesteld in de programmering 2027-2038 en bedraagt circa 45 kilometer.

We versterken van onze zeedijken langs het Wad

In lijn met onze eigen ambities en die van het HWBP organiseren wij onze dijkversterkingen langs het Wad gedegen en gedragen (integraal en gebiedsgericht). Dat doen we in nauwe samenwerking met onze gebiedspartners en we treden zoveel mogelijk op als één overheid (gebiedsgericht).  Ook werken we aan innovaties die ons helpen zaken slimmer en doelmatiger uit te voeren.  

We betrekken het bestuur zo goed mogelijk bij de uitwerking en vormgeving van de plannen en de uitvoering. We zoeken samen met het algemeen bestuur naar een passende werkwijze.

We maken ons hierbij sterk voor:

  • Een solide samenwerking met het HWBP; waarbij we ons complete portfolio stevig verankerd willen zien in de landelijke programmering
  • Een beheerste en zakelijke aanpak om zo risico’s te verkleinen
  • Het versterken van de samenwerking met onze partners en het samen optrekken om meerdere maatschappelijke opgaven en koppelkansen te realiseren
  • Het aanboren van aanvullende, externe financieringsbronnen
  • Relevante innovaties, creatieve en ook duurzame en circulaire oplossingen 

In 2026 leggen we de volgende besluiten aan het bestuur voor:

  • Q4-2025 aanpassing Voorkeursalternatief TPM.
  • Q4-2025 / Q1-2026 zal er meer duidelijkheid komen over het vervolg op project Schiermonnikoog. Afhankelijk daarvan worden er besluiten voorgelegd. 
  • Q1-2026 de kredietaanvraag  verkenning Harlingen;
  • Q3-2026 de kredietaanvraag realisatie Koehool-Zwarte Haan (afhankelijk van de uitkomst van de monitoring);
  • Q4-2026 de kredietaanvraag realisatie Ternaard-Paesens Moddergat.

Bescherming van gebieden tegen wateroverlast vanuit de boezem

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? - Bescherming van gebieden tegen wateroverlast vanuit de boezem

We voeren het huidige herstelprogramma Oevers en Kaden tot en met 2027 uit. We hebben met de provincies Groningen en Fryslân afgesproken om tot en met 2027 in totaal 1.300 kilometer aan regionale keringen te verbeteren. Binnen het huidige herstelprogramma moet in 2026 en 2027 nog 60 km worden gerealiseerd.  Bij de uitvoering van deze projecten bieden we waar mogelijk ruimte voor andere maatschappelijke voorzieningen zoals natuur en recreatie. 

De keringen in de boezem zakken en verzwakken door de tijd heen. De meest recente beoordelingsronde regionale waterkeringen is in 2025 afgerond en opgeleverd aan de provincies Fryslân en Groningen.  De uitkomsten van deze beoordelingsronde laten zien dat er in de periode na 2027 een nieuwe opgave ligt van 110 kilometer te herstellen regionale keringen. 

In 2026 werken we de resultaten van de beoordeling uit tot een nieuw herstelprogramma.  Bij de opstelling van dit herstelprogramma houden we uiteraard rekening met urgentie en risico.  Ook betrekken we de uitkomsten van het boezemplan en andere  ontwikkelingen hierbij. Dit doen we in overleg met het bestuur.

In het huidig herstelprogramma is de focus gelegd op regionale keringen vanwege de urgentie van de hoogwaterproblematiek uit 2012. Tegelijkertijd zijn lokale keringen ook onderhevig aan zakkingen en een gedeelte voldoet daarom niet aan de door Wetterskip Fryslân gestelde eisen. 

Daarom gaan we in 2026 analyseren welke lokale keringen niet aan de vereiste hoogtes voldoen. Op basis daarvan gaan we een plan van aanpak uitwerken om tot herstel te komen. Ook dit doen we in overleg met het bestuur.

In 2027 hebben we de totale scope scherp voor alle keringen in de boezem. De scope prioriteren we naar een nieuwe herstelprogrammering voor zowel de regionale- als de lokale waterkeringen. Dit nieuwe herstelprogramma gaat in 2028 van start.

Regelen van ruimte voor de waterveiligheid voor de lange termijn

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? - Regelen van ruimte voor de waterveiligheid voor de lange termijn

We streven naar voldoende ruimte voor de dijk

Om ons beheergebied ook voor de lange termijn veilig te houden tegen de zee is ruimte nodig. Daarom mengen we ons in de ruimtelijke dilemma's. We willen ruimte voor dijken maken; borgen dat ook rekening gehouden wordt met het feit dat klimaatveranderingen zorgen dat er ook over 100 jaar voldoende ruimte voor dijken (in welke vorm dan ook) .

In 2026 leggen we het dagelijks bestuur een plan van aanpak voor het actualiseren van de ruimtelijke reserveringszone voor. Uiterlijk in 2029 zijn de geactualiseerde ruimtelijke reserveringszone door de provincie en gemeenten in de ruimtelijke ordening vastgesteld.  De regels hiervoor zijn vastgelegd in de omgevingsverordening van de provincie Fryslân (en Groningen).  Wetterskip Fryslân rekent de nieuwe ruimtelijke reserveringszones uit en houdt daarbij rekening met de toekomstige ontwikkelingen (bijv. op het IJsselmeer).

Versterken van de samenwerking in het gebied
We zorgen ervoor dat waterveiligheid standaard wordt meegenomen in gebiedsontwikkelingen, zodat het belang van water altijd centraal staat. We werken samen met provincie, gemeenten en maatschappelijke organisaties en brengen onze kennis en data actief in bij gebiedsprocessen. Door waterveiligheid te combineren met andere maatschappelijke opgaven zoals woningbouw of natuurontwikkeling, zorgen we voor een integrale en gedragen aanpak. Zo maken we optimaal gebruik van de kansen die gebiedsgericht werken biedt.

Gebruik maken van ecosystemen en het beheersen van de flora en fauna

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat willen we bereiken en wat gaan we daar voor doen? - Gebruik maken van ecosystemen en het beheersen van de flora en fauna

Gebruik maken van ecosysteemdiensten
Grassen en kruiden houden keringen stevig en oevers en kwelders bieden bescherming tegen golfslag en gravende dieren. Dichtbegroeide keringen, flauwe hellingen en oevers zijn minder aantrekkelijk om in te graven voor dieren zoals kreeften, muizen en bevers waardoor overlast wordt voorkomen. Aandacht voor biodiversiteit is onderdeel van, en gekoppeld aan, ons reguliere werk en draagt bij aan veilige dijken.

Invasieve exoten zoals rivierkreeften, reuzeberenklauw en duizendknoop en (beschermde) dieren zoals bevers en dassen kunnen een bedreiging vormen voor de veiligheid van keringen. We willen toe naar een beheersbaar niveau waarin we geen overlast en minimale schade ondervinden. Daar waar het niet lukt gaan we verder dan alleen beheersen. Niet voor alle soorten invasieve exoten is totale verwijdering realistisch. Hiervoor hebben we commitment en samenwerking nodig van andere grondeigenaren. Ook houden we de verspreiding van exoten in de gaten en nemen we daar maatregelen voor waar nodig.

Inzetten op innovatie en duurzame maatregelen
We gebruiken de nieuwste technieken en inzichten om ons werk slimmer, diervriendelijker en duurzamer te maken. Zo bereiden we ons voor op toekomstige uitdagingen en houden we de kosten beheersbaar. We experimenteren bijvoorbeeld met het maaien met sensoren om beschermde dieren en vogels te sparen, passen circulaire bouwmaterialen toe en werken samen met kennisinstellingen en marktpartijen aan innovatieve oplossingen.  Ook verkennen we nieuwe methoden voor het bestrijden van invasieve exoten en leren we van pilots en innovatieve projecten, zodat we ons werk steeds beter kunnen uitvoeren. 

Wat mag het kosten?

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Wat mag het kosten?

In onderstaande tabel worden de baten en de lasten meerjarig voor programma Waterveiligheid getoond.

bedragen x € 1.000
Programma Waterveiligheid Actuele begroting 2025 Begroting 2026 Begroting 2027 Begroting 2028 Begroting 2029 Begroting 2030
Baten 2.120 1.717 1.861 1.995 2.146 2.146
Lasten -36.404 -36.555 -38.425 -39.925 -40.774 -42.980
Resultaat -34.284 -34.838 -36.564 -37.930 -38.629 -40.834

Baten programma Waterveiligheid Lasten begroting Waterveiligheid

Investeringen 2026 -2030

Terug naar navigatie - Programma Waterveiligheid - Investeringen 2026 -2030
Investeringen
(bedragen x € 1.000)
Verzamelbesluit 2026 2027 2028 2029 2030
HWBP - Activeerbare bijdrage landelijk programma A 5.200 5.600 6.300 6.800 7.000
HWBP - KLM deel groen uv B 0 20.400 0 0 0
Dijkverbetering Schiermonnikoog B 900 0 0 6.000 0
Dijkverbetering Zurich-Koehool B 0 300 0 0 600
Dijkverbetering Zurich-Koehool, Harlingen B 300 0 660 0 0
KLM deelproject Koehool Zwarte Haan, fase 2 uv B 1.200 0 0 0 0
KLM TPM deelproject uv B 16.700 0 0 0 0
Investeringsruimte afkomstig uit VP II A 903 903 903 903 903
Progr. verbeterwerken reg. keringen A 7.884 7.884 7.884 7.884 7.900
Aanbrengen slijtlagen A 0 0 0 1.930 0
Boezem/Zeegemaal (voorbereidingskrediet) B 1.900 0 0 0 0
Totaal 34.987 35.087 15.747 23.517 16.403
A = voorstel tot vrijgave via verzamelbesluit bij begroting
B = separaat voorstel richting dagelijks en algemeen bestuur